• Het rooster is voorzien van twee keerschotten (fig. 28) om de
luchtstroom aan de voorkant uit de kachel te leiden.
• Om de luchtstroom in de gewenste richting te leiden is het voldoende
om met het speciale meegeleverde hendeltje (A) de hoek van de
keerschotten te veranderen (fig. 29).
Aanwijzingen voor het kanaliseren van de warme lucht
• De ventilatieset waarmee de warme lucht in het vertrek gestuwd
kan worden is voorzien van de mogelijkheid om een Y-element te
installeren, waarmee de toevoer van warme lucht in tweëen gesplitst
kan worden zodat de lucht via een flexibele pijp ook naar de achterkant
van het toestel geleid kan worden en de lucht vervolgens naar andere
vertrekken gekanaliseerd kan worden.
• Hieronder worden enkele installatievoorbeelden van het toestel en
kanaliseringsvoorbeelden van de warme lucht gegeven om vertrekken
te verwarmen.
Deze voorbeelden gelden ter demonstratie; het rendement kan
verbeterd worden door beklede pijpen Ø 75 mm te gebruiken, zoals
aangegeven in de subparagraaf "Kanalisering via de muur en de
vloer" en een maximum totale lengte van de flexibele pijp van 16
meter. Deze lengte wordt verkregen door de afzonderlijke lengten
van de pijpen bij elkaar op te tellen, plus de gebogen buizen en de
Y-elementen. Verder dienen ook de afmetingen en de isolatiegraad
van de ruimte die u wilt verwarmen te worden gecontroleerd.
a
Elke gebogen buis en/of elk Y-element dient beschouwd te
worden als een rechte kanalisering van 1 meter.
• De voorbeelden geven aanwijzingen voor de kanalisering. Elke figuur
is slechts een voorbeeld van de vele oplossingen die mogelijk zijn.
• Om een aantal van de voorgestelde oplossingen te realiseren heeft u
een flexibele slang in aluminium nodig met een diameter van 75 mm,
alsook luchtuitstroomopeningen en Y-elementen. Deze accessoires
worden niet bijgeleverd.
Oplossing 1 - Fig. 30 - 31:
Het toestel wordt geïnstalleerd in hetzelfde vertrek als datgene dat
verwarmd moet worden, met de warme luchtuitlaat alleen gekanaliseerd
op de voorkant, zoals standaard voorzien in de fabriek (Fig. 30). De uitlaat
is ook toegestaan aan de achterkant, met een maximumlengte van 1
meter (Fig. 31). In dit geval verwarmt het toestel de ruimte waarin het
geplaatst is door middel van straling, en verwarmt het de aanpalende
ruimte met behulp van de kanalisering aan de achterkant.
a
Voor het voorbeeld dat op figuur 31 wordt afgebeeld, met
enkele kanalisering, is een uitstroomopening die niet
afgesloten is noodzakelijk.
Fig. 28
Fig. 29
A
Fig. 30
Fig. 31
H072046NL0 / DT2001446 – 00
1 m max
DT2034287-00
DT2034288-00
19