3.6.2.1
Het touw terug omlaag sturen.
Nadat u voorwerpen omhoog heeft gehesen, wilt u waarschijnlijk het
trouw terug omlaag sturen. Aangezien de lier geen achteruitfunctie
heeft en er mogelijk wrijving kan ontstaan, dient u simpelweg het
touwgrijpsysteem uit te schakelen, het touw uit de liertrommel te
verwijderen om wrijving te vermijden en het touw terug neer te laten.
Indien het touw niet omlaag komt, moet u mogelijk een klein touw aan
het touw bevestigen (voorafgaand aan het hijsen) om het touw terug
omlaag te kunnen trekken.
3.6.2.2
Trekken.
Om een last te trekken volgt u de stappen zoals beschreven in sectie
3.5 Wanneer u echter een last over de grond trekt en er geen risico
op vallen of terugrollen bestaat, dan is het beter dat u het
touwgrijpsysteem uitschakelt. Indien u het touwgrijpsysteem niet
uitschakelt en de last vast komt te zitten, dan wordt het moeilijk om
speling te krijgen op het touw aangezien het touw reeds maximaal
zal zijn uitgestrekt en ondervindt u mogelijk moeilijkheden bij het
uitschakelen van het touwgrijpsysteem.
Indien u de lier zonder het touwgrijpsysteem gebruikt, dan kunt u de
spanning loslaten en gebruik maken van de elasticiteit van het touw
om opnieuw te beginnen trekken en de motor zijn maximum revolutie
(RPM) te laten bereiken.
INDIEN HET RISICO BESTAAT DAT DE LAST OMLAAG VALT
OF TERUG ROLT, SCHAKEL DAN HET TOUWGRIJPSYSTEEM
NIET VOLLEDIG UIT.
3.6.2.3
Het touwgrijpsysteem uit te schakelen.
Om het touwgrijpsysteem uit te schakelen, opent u de nok met
veerretour naar boven toe en laat u deze rusten op het kader van het
touwgrijpsysteem (Afbeelding 1, A). Om het touwgrijpsysteem terug
aan te zetten, opent u de nok opnieuw en trekt u deze terug in de
richting van het trekkende touw (Afbeelding 2, a).
A
1
3.6.2.4
De spanning vieren.
DRAAG ALTIJD HANDSCHOENEN.
REKKEN = GEVAARLIJK!
WIKKEL HET TOUW NIET OM UW HANDEN OF LICHAAM!
PAS OOK OP VOOR HET OPHOPENDE TOUW NAAST U;
ZORG ERVOOR DAT UW VOETEN HIER NIET IN VERSTRIKT RAKEN.
3.6.2.5
Wanneer u trekt terwijl het touwgrijpsysteem
geactiveerd is.
Indien het touwgrijpsysteem is ingeschakeld wanneer u werkt met de
Portable Capstan Pulling/Lifting Winch
stopgezet, dan wordt het touwgrijpsysteem geactiveerd. Dit systeem
oefent druk uit op het touw en houdt het onder spanning. Om het touw
te laten vieren, volgt u stappen 1 tot 7 van sectie, 3.6.2
3.6.2.6
Wanneer u trekt terwijl het touwgrijpsysteem
uitgeschakeld is.
Indien het touwgrijpsysteem van de Portable Capstan Pulling/Lifting
TM
Winch
niet wordt gebruikt en u stopt met trekken, dan dient u de
spanning geleidelijk los te laten om de lier zachtjes op de grond te
kunnen zetten.
A
2
TM
en het trekken wordt
3.6.2.7
Noodstopschakelaar.
(PCH2000 uitsluitend)
De PCH2000 is uitgerust met een noodstopschakelaar. Deze werkt
op dezelfde wijze als de aan-uitschakelaar maar is eenvoudiger te
bereiken en te gebruiken in onverwachte situaties. Indien u op de
noodstopschakelaar drukt, dan wordt de ontsteking van de motor
automatisch afgebroken en blijft de schakelaar geblokkeerd. Om de
schakelaar uit te zetten, draait u de knop in de richting van de pijltjes.
4.
Inspection
Deze sectie is van toepassing op lieren die gebruikt worden voor
hijsen. De term inspectie houdt in dat elke kleine reparatie,
aanspanning, onderdeelvervanging, reiniging, aanpassing, enz. die
tijdens de inspectieprocedure kan worden uitgevoerd, ook
daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
De onderstaande procedures zijn bedoeld als handleiding voor de
eindgebruiker ter naleving van de ASME/ANSI Norm B30.7-201 en
ISO-norm 14492-1:2006. Het kan zijn dat de plaatselijke overheid
andere, periodieke testprocedures vereist.
4.1
Eerste inspectie en test.
Wanneer de nieuwe of in de fabriek gereviseerde lier voor het eerst
in gebruik wordt genomen, dient het volgende plaats te vinden :
4.1.1
Motor.
(PCH1000 / PCH2000 slechts)
1)
Controleer het oliepeil (zie Honda eigenaarshandleiding);
2)
Controleer het luchtfilter (zie Honda eigenaarshandleiding);
3)
Controleer het brandstofniveau (zie Honda eigenaarshandleiding);
4)
Test de AAN/UIT schakelaar door de motor te starten met de
schakelaar op aan, en deze daarna weer uit te schakelen. Lukt dit
niet, zet de motor dan af door de choke te sluiten;
5)
Test de noodstopschakelaar door de motor te starten met de
schakelaar aan en door nadien op de noodschakelaar te drukken
om de motor af te zetten. Lukt dit niet, zet de motor dan af met de
aan-uitschakelaar (PCH2000).
4.1.2
Lierbediening.
4.1.2.1 Test afstelling gashendel.
Zonder touw op de trommel:
1)
Trek de plaat aan en bevestig dat het maximale verloop
bereikt is (afbeelding 1, A);
2)
Zie dat de trommel roteert bij volgas;
3)
Vier de spanning op de plaat en bevestig dat het minimale
verloop is bereikt door veerteruggang (afbeelding 1, B);
4)
Zie dat de trommel niet roteert als de motor stationair draait;
5)
Als
er
iets
aangepast
aanpassingen uit en test opnieuw.
6)
Wees alert op ongebruikelijke geluiden.
A
1
NL
moet
worden,
voer
deze
B
9