Sonar bediening
OPMERKING: U kunt kleine wijzigingen in de gevoeligheid aanbrengen met AutoSensi-
tivity ingeschakeld. U moet deze uitzetten om grote aanpassingen te maken.
Custom Range - bovengrens / ondergrens grens
Wordt gebruikt om de bovenste en onderste dieptegrens
van een gewenst deel van de waterkolom te selecteren.
Op deze manier maakt u optimaal gebruik van het aantal
pixels van de unit. Onder en bovengrens moeten op
zijn minst 2 meter uit elkaar liggen.
Frequentie (Mark 5x Pro & Elite 5x)
Hiermee kunt u de transducer frequentie selecteren gebruikt door het toestel. Dit apparaat onderste-
unt twee frequenties: 200 kHz en 83kHz.
Ping snelheid (geavanveerde modus)
Ping Snelheid controleert het aantal sonargolven die de transducer uitzend.
Sonar menu Opties
Biedt toegang tot sonar weergave-instellingen en de configuratie-opties.
Diepte bereik
Selecteert het gedeelte van de waterkolom -
van oppervlak naar bodem – getoond op het
display.
21