Navico is niet de ontwikkelaar van deze hulpmiddelen en kan geen ondersteuning
verlenen bij het gebruik.
Gelijktijdige werking van client en toegangspunt
Als het wenselijk is dat het MFD toegankelijk is vanaf een tablet terwijl er ook een
internetverbinding is, moeten er twee draadloze units worden gebruikt: een moet werken in
de modus Client en de andere in de modus Toegangspunt. Dit kan een combinatie zijn van
een interne draadloze unit en een externe WIFI-1, of van twee externe WIFI-1-units. Met twee
externe WIFI-1-units geniet u van het voordeel dat beide functies beschikbaar zijn op alle
MFD's in het netwerk (indien van toepassing).
Netwerkinstellingen
Apparaatnaam
Het is handig om een naam toe te wijzen in systemen waarin meerdere apparaten van
hetzelfde type en formaat worden gebruikt. Bij het bekijken van gegevensbronnen of de
apparatenlijst worden de standaardproductnaam en de virtuele apparaatfunctie aan de
toegewezen naam toegevoegd om apparaten gemakkelijk te herkennen.
Bronnen
Gegevensbronnen voorzien het systeem van realtime gegevens.
De gegevens kunnen afkomstig zijn van modules in de unit of van externe modules
aangesloten via NMEA 2000 of NMEA 0183, indien beschikbaar op de unit.
Als een apparaat met meer dan één bron is verbonden die dezelfde gegevens leveren, kan
de gebruiker de gewenste bron selecteren. Voordat u de bron selecteert, moet u ervoor
zorgen dat alle externe apparaten en de NMEA 2000-backbone zijn aangesloten en
ingeschakeld.
Auto selecteren
Met de optie Auto selecteren zoekt u naar alle bronnen die op het apparaat zijn aangesloten.
Indien er meer dan één bron beschikbaar is voor elk gegevenstype, wordt de selectie
gemaakt op basis van een interne prioriteitenlijst. Deze optie is geschikt voor de meeste
installaties.
Software installeren
| Zeus3 Glass Helm Installatiehandleiding
33