U kunt de waterhardheid in de basisinstellingen veranderen
wanneer het apparaat ingeschakeld is.
De functieknop evt. weer naar de stand
1.
Info-toets
ingedrukt houden tot op het tekstdisplay "Taal
±
2.
kiezen" verschijnt.
Info-toets
zo vaak kort indrukken tot
±
3.
temperatuurdisplay verschijnt (waterhardheid "gemiddeld").
Met de temperatuurkeuzeknop de waterhardheid instellen.
4.
Waterhardheid
onthard
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
Info-toets
3 seconden lang indrukken.
±
5.
Uw instelling wordt overgenomen.
Eerste gebruik
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, warmt u
het gedurende
20 minuten met de stoomstand leeg op bij
é
100 °C. Open de apparaatdeur niet in deze tijd. Het apparaat
wordt automatisch gekalibreerd (zie het hoofdstuk:
Automatische kalibratie).
Op de functiekeuzeknop drukken om hem te ontgrendelen.
1.
Het apparaat gaat aan.
Watertank vullen en inschuiven (zie het hoofdstuk: Watertank
2.
vullen).
Bevochtig voor het eerste gebruik de dichting in het deksel
van de tank met wat water.
Functiekeuze tot de stoomstand
3.
De starttoets indrukken.
4.
Het apparaat warmt op bij 100 °C. De tijdsduur van
20 minuten gaat pas in wanneer de ingestelde temperatuur
bereikt is. Open de apparaatdeur niet in deze tijd.
De werking wordt automatisch beëindigd en er klinkt een
signaal.
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u
hoe u de watertank vult
■
hoe u het apparaat in- en uitschakelt
■
waar u na gebruik altijd op moet letten
■
Watertank vullen
Wanneer u de apparaatdeur opent ziet u rechts de watertank.
Attentie!
Apparaatschade door gebruik van ongeschikte vloeistoffen
Gebruik uitsluitend vers leidingwater, onthard water of
■
mineraal water zonder koolzuur.
Bevat het water veel kalk, dan bevelen wij het gebruik van
■
onthard water aan.
Gebruik geen gedestilleerd water, geen sterk
■
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
10
Û
draaien.
op het
™‡ƒ
Instelsymbool (temperatuurdisplay)
™‡‹
™‡‚
™‡ƒ
™‡„
™‡...
draaien.
é
Klokfunctietoets
indrukken om de klokfunctie te
KJ
5.
beëindigen.
Functiekeuzeknop terugdraaien naar de stand
6.
vergrendelen om het apparaat uit te schakelen.
Laat de apparaatdeur op een kier staan tot het apparaat
afgekoeld is.
Toebehoren voorreinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
zeepsop en een afwasdoek.
Vetfilter inbrengen
Bevestig de bijgevoegde vetfilter aan het heteluchtrooster in de
achterwand van de binnenruimte.
Laat de vetfilter bij elk gebruik in de binnenruimte.
:
Risico van letsel!
Zorg ervoor dat u geen letsel oploopt door de haken van de
vetfilter. Reinig de vetfilter voorzichtig. Plaats de filter zo in de
vaatwasmachine dat de haken voor het inhangen naar beneden
gericht zijn.
Reinig de vetfilter na sterk verontreinigend gebruik altijd met
heet zeepsop of in de vaatwasmachine.
Informatie over uw leidingwater kunt u krijgen bij uw
waterleidingbedrijf. U kunt de waterhardheid controleren met de
meegeleverde teststroken.
Voor gebruik de watertank altijd vullen:
Apparaatdeur openen en watertank uitnemen (Afbeelding A).
1.
Watertank tot de markering "max" vullen met koud water
2.
(Afbeelding B).
en
Û