Veiligheid
De WORKMAN
®
werden ontworpen en getest ten
behoeve van veilige operationele werking
vooropgesteld dat bediening en onderhoud op de
voorgeschreven wijze worden uitgevoerd. Hoewel het
beheersen van gevaar en het voorkomen van
ongelukken gedeeltelijk afhangen van het ontwerp en
de configuratie van het voertuig, zijn deze factoren
tevens afhankelijk van de oplettendheid, zorg en juiste
training van degenen belast met bediening, onderhoud
en stalling van het voertuig. Verkeerd gebruik of
onderhoud kan lichamelijk letsel of de dood tengevolge
hebben.
Dit is een gespecialiseerd voertuig dat is ontworpen
voor terreinwerkzaamheden. Het rijkarakter en de
bediening ervan geven de bestuurder een andere
gewaarwording dan die welke wordt ervaren tijdens
het rijden in een personen- of vrachtwagen. Neem dus
voldoende tijd om vertrouwd te raken met uw
WORKMAN. Niet alle hulpwerktuigen die voor
gebruik met de WORKMAN geschikt zijn worden in
deze handleiding behandeld. Zie wat dit betreft de
specifieke bedieningsvoorschriften die bij de diverse
hulpwerktuigen horen, ook met het oog op veiligheid.
NEEM DEZE VOORSCHRIFTEN ZORGVULDIG
DOOR.
OM DE KANS OP LICHAMELIJK LETSEL OF
ERGER TE VERMINDEREN DIENEN ONDER-
STAANDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN TE
WORDEN OPGEVOLGD.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE
SUPERVISOR
1.
Zorg dat bestuurders een grondige training hebben
ondergaan en vertrouwd zijn met de inhoud van de
handleiding en alle stickers op het voertuig.
2.
Stel uw eigen speciale procedures en werkregels vast
voor ongewone operationele omstandigheden (b.v. op
hellingen die te steil voor het voertuig zijn). Gebruik
de hoogste versnelling lockoutschakelaar als hoge
snelheid kan resulteren in gevaar voor de veiligheid
of misbruik van het voertuig.
VÓÓR GEBRUIK
3.
Bedien het voertuig pas nadat u de inhoud van deze
handleiding heeft gelezen en begrepen. Een
vervangingsexemplaar hiervan is gratis verkrijgbaar
na inzending van het complete model- en
serienummer aan: The Toro Company, 8111 Lyndale
Avenue South, Minneapolis, Minnesota 55420, USA.
4.
Laat nooit kinderen het voertuig bedienen evenmin
als volwassenen die niet voldoende zijn geïnstrueerd.
Uitsluitend getrainde, bevoegde personen mogen het
voertuig besturen. Zorg dat elke operator hiertoe
fysiek en mentaal in staat is. Iedereen die het
voertuig bestuurt dient een geldig rijbewijs te
bezitten.
5.
Dit voertuig is uitsluitend bestemd voor de
bestuurder en één passagier op de door de fabrikant
aangebrachte zitplaats. Vervoer nooit andere
passagiers.
6.
Bedien het voertuig nooit na gebruik van medicijnen,
alcohol of andere opwekkende middelen.
7.
Maak uzelf vertrouwd met het bedienings-
mechanisme en zorg dat u weet hoe de motor snel
kan worden afgezet.
8.
Houdt alle beschermingen, veiligheidsvoorzieningen
en stickers op hun plaats. Indien defect, beschadigd
of onleesbaar dient het betreffende te worden hersteld
of vervangen alvorens het voertuig wordt gebruikt.
9.
Draag altijd stevig schoeisel. Bedien het voertuig niet
terwijl u sandalen, of tennisschoenen draagt. Draag
geen wijde of losse kleding die in bewegende delen
terecht kan komen waarvan lichamelijk letsel
mogelijk het gevolg kan zijn.
10. Het dragen van een veiligheidsbril, veiligheids-
schoeisel, een lange broek en een helm wordt
aangeraden - en door sommige plaatselijke
verordeningen en verzekeringsvoorwaarden verplicht
gesteld.
11. Houdt iedereen, met name kinderen en dieren, op
veilige afstand van het werkgebied.
12. Alvorens het voertuig te bedienen behoren alle delen
3