6.0 GEBRUIK
• Gebruik de kachel niet als kooktoestel.
• Verzeker u ervan dat er in de kamer waar de kachel geïnstalleerd wordt voldoende luchtverversing is (luchttoevoer).
• Verzeker u ervan dat alle naden van de afvoer hermetisch afgedicht zijn met silicone (niet cementerend) dat bestand is tegen hitte (250°C) en of
dit niet achteruitgegaan is.
• Controleer regelmatig of de rookgasafvoer schoon is (of laat dit doen).
• Het gebruik van andere brandstof dan pellets is verboden.
• Verwijder eventuele resten van onopgebrande pellets die achtergebleven zijn na een aantal mislukte pogingen om de kachel aan te steken, voordat
u de kachel opnieuw probeert aan te steken.
a
Tijdens de werking kunnen sommige delen van de kachel (deur, hendel, schuiven, keramische onderdelen) erg heet worden. Wees dus
erg voorzichtig en neem vooral als er kinderen, oudere mensen, andersvaliden en dieren zijn de nodige voorzorgsmaatregelen in acht.
Houd alle brandbare voorwerpen ver weg van de kachel wanneer deze in werking is (MINSTENS 80 cm van de voorkant).
Tijdens de werking moet de deur gesloten blijven en mag het glas niet gebroken zijn of ontbreken.
Het is streng verboden om het beschermrooster aan de binnenkant van het reservoir te verwijderen.
In geval u pellets bijvult als de kachel aan is moet u voorkomen dat de zak van de brandstof in aanraking komt met hete oppervlakken.
6.1 DE KACHEL MET PELLETS VULLEN
• Om het pelletreservoir met pellets te vullen raden we aan om een
hoek van de zak af te knippen en de zak in het reservoir te legen. Zo
gaat het vullen makkelijker en wordt voorkomen dat er pellets op het
toestel vallen.
a
Zorg ervoor dat er zich geen zaagsel op de bodem van het
reservoir ophoopt.
a
Let er tijdens het bijvullen van de pellets op dat deze niet
naast het reservoir terecht komen en dat ze niet in het toestel
vallen. Zij kunnen immers vuur vatten als ze in contact komen
met warme onderdelen.
Fig. 54
H072040NL0 / DT2001439 – 00
Fig. 55
DT2030459-01
DT2012055-00
DT2010035-06
DT2010730-00
DT2030460-01
25