7 Overzicht van de toepassingen
7.4
Extern vacuümeren
Met deze toepassing is het mogelijk om lucht uit glazen flessen, bijv. met olie of wijn, te
evacueren, zodat ongewenste reacties met zuurstof worden voorkomen. Bovendien kun-
nen met deze functie ook in de handel verkrijgbare vacuümeerpotten worden gevacuü-
meerd. Hierbij erop letten dat de vacuümeerpotten geschikt zijn voor levensmiddelen en
met een geschikte adapter op de slang van de vacuümlade met een binnendiameter van
3 mm aangesloten kunnen worden.
Bij het extern vacuümeren van glazen flessen alleen flessen gebruiken die ge-
schikt zijn om te vacuümeren. Ongeschikte of beschadigde flessen kunnen bij het
extern vacuümeren imploderen. Gevaar voor letsel.
De vacuümlade moet bedrijfsklaar zijn en het deksel moet geopend zijn.
▸ Voor het luchtledig maken van de flessen beide slanguiteinden op de bijbehorende
aansluitingen van de twee adapters schuiven.
▸ De grotere adapter op de aanzuigopening in de vacuümkuip aansluiten. Voor het
luchtledig maken van de flessen de kleinere adapter met het andere slanguiteinde op
de in de fles gedrukte vacuümafsluiter aansluiten. Voor het vacuümeren van vacuü-
meerpotten het slanguiteinde indien nodig met een adapterstuk met de vacuümeerpot
verbinden in plaats van met de fles.
De fles voor het extern vacuümeren op een stabiele en vlakke ondergrond in de
directe nabijheid van de vacuümlade plaatsen.
▸ De toets
één keer of meerdere keren aantippen om een geschikt vacuümniveau te
selecteren, «Aanbevolen vacuümniveaus (zie pagina 14)».
Grote hoeveelheden vloeistof moeten in stevige bakken met een geschikt volume
worden gevacuümeerd.
Voor het luchtledig maken van wijnflessen alleen vacuümniveau 1 voor het extern
vacuümeren gebruiken, aangezien de wijneigen gassen anders negatief worden
beïnvloed.
▸ Het extern vacuümeren met de toets
Luchtledig gemaakte wijnflessen alleen rechtop opslaan.
18
starten.