3.2
Bedienings- en display-elementen
1
2
Weergaven
A Temperatuurindicatie boven
B Statuslamp boven, groen (witte wijn)
C Snel koelen boven, geel
D Statuslamp onder, groen (rode wijn)
Temperatuurindicatie onder
E
4
Bediening
4.1
Toestel inschakelen
▸ Steek de stekker in het stopcontact.
– De statuslampen branden gedurende 10 seconden.
▸ Houd de toets bij
– Het toestel is ingeschakeld.
Een nieuw in gebruik genomen toestel dat met flessen wijn gevuld is, heeft ca. 24
uur nodig tot het de ingestelde bedrijfstemperaturen heeft bereikt.
4.2
Temperatuur instellen
Het instelbereik ligt tussen 5 °C en 18 °C.
Aanbevolen temperatuurinstelling voor de langdurige opslag van wijnen: 10 °C tot
12 °C. Aanwijzingen bij de ideale drinktemperatuur (zie pagina 12).
▸ Een van de twee toetsen bij
– Op de temperatuurindicatie knippert de gewenste temperatuur.
▸ De desbetreffende toets bij
knippert.
– Na 5 seconden zonder verdere instellingen stopt de temperatuurindicatie met knip-
peren, de ingestelde gewenste waarde wordt overgenomen.
– De ingestelde temperatuur wordt pas na enkele uren bereikt.
A
3
3 seconden ingedrukt.
gedurende 3 seconden ingedrukt houden.
meermaals aantippen tot de gewenste temperatuur
B
C
D
4
Toetsen
AAN/UIT
1
Permanente verlichting
2
Temperatuurinstelling boven
3
Snel koelen boven
4
Temperatuurinstelling onder
5
4 Bediening
E
5
9