6 Installatie
Afb.59
2
1
Z
1/2 Z
1 Optimale locatie
2 Mogelijke locatie
Afb.60
Afb.61
X28
EHC
6.7.8
Een back-upverwarmingstoestel aansluiten
52
2
1
H
1/2 H (min. 2,5 m)
Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende
kenmerken:
Om de buitentemperatuursensor aan te sluiten moet een kabel worden
gebruikt met een minimale doorsnede van 2 x 0,35 mm
30 m.
1. Sluit de buitensensor aan op de Tout ingang op de X28 connector op
1
Het aansluiten van een back-upverwarmingstoestel garandeert
gebruikscomfort en de veiligheid van de warmtepomp. Als er geen back-
up aangesloten is, kunnen het verwarmingscomfort en de bescherming
van het toestel tegen vorst niet gewaarborgd worden.
Halverwege de muur van de te verwarmen ruimte.
Onder invloed van wisselende weersomstandigheden.
Beschermd tegen direct zonlicht.
Gemakkelijk toegankelijk.
1/2 H (min. 2,5 m)
H
H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor
Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor
Afgeraden locaties
Afgeschermd door een element van het gebouw (balkon, dak, enz.).
Dichtbij een storende warmtebron (direct zonlicht, schoorsteen,
ventilatierooster, enz.).
De buitensensor aansluiten
de EHC–10 besturingsprint van de centrale unit.
1
2
MW-8800N001-3
MW-3000014-2
2
en een lengte <
7840691 - v03 - 20112023