6.7.6
De buitenunit aansluiten op de binnenunit
Afb.57
A B
A B
A B
A B
A B
A B
A B
A B
A B
A B
A B
X Y E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
P Q E
H1
H1
H2
6.7.7
Plaatsen van de buitentemperatuursensor
Afb.58
3
2
4
MW-8800N003-6
7840691 - v03 - 20112023
1. Verwijder het onderhoudspaneel van de buitenunit.
2. Sluit een afgeschermde buskabel aan (minimale diameter: 3 x
2
0,75 mm
) tussen de klemmenstrook X/Y/E van de buitenunit en de
klemmenstrook X/Y/E van de binnenunit.
3. Steek de afgeschermde buskabel in de aardaansluiting op de
binnenunit.
4. Pas de lengte van de kabel aan. Haal de schroeven aan om de kabel
vast te zetten.
5. Sluit de afscherming aan op de aardaansluiting op de buitenunit.
6. Plaats het onderhoudspaneel van de buitenunit weer terug.
De aansluiting van een buitentemperatuursensor is verplicht om de
correcte werking van het toestel te garanderen.
Plugdiameter 4 mm / boordiameter 4 mm
1. Kies de juiste locatie voor de buitentemperatuursensor.
2. Plaats de twee pluggen die bij de sensor zijn meegeleverd.
3. Bevestig de sensor met de meegeleverde schroeven (diameter 4
mm).
4. Sluit de kabel aan op de buitentemperatuursensor.
Aanbevolen locaties
Plaats de buitensensor op een locatie die aan de volgende kenmerken
voldoet:
Op een gevel van de te verwarmen ruimte, indien mogelijk op het
noorden.
6 Installatie
51