LET OP
Schakel de motor uit, wacht tot alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen en maak de
bougiedraad los (Afb. 21) alvorens
onderhoudswerkzaamheden aan de maaier uit te
voeren.
Afbeelding 21
1. Bougie
Motorolie
Wij adviseren het oliepeil te controleren telkens als
de maaier wordt gebruikt of om de vijf bedrijfsuren.
Na ingebruikneming moet u de olie na de eerste 20
bedrijfsuren vervangen; daarna moet u de olie om de
50 bedrijfsuren vervangen. Dit moet vaker gebeuren
als de maaier wordt gebruikt in stoffige of smerige
omstandigheden.
2
Afbeelding 22
1. Oliemeter
2. Aftapplug
Het controleren van het oliepeil:
1. Plaats de maaier in een zodanige positie dat de
motor horizontaal staat, en reinig de omgeving
Onderhoud
van de oliemeter (Afb. 22).
2. Verwijder de oliemeter door deze naar links te
draaien.
3. Veeg de oliepeilmeter schoon en steek deze in
de vulopening. Schroef de oliemeter niet in de
opening. Daarna neemt u de oliemeter uit en
controleert u het oliepeil. Als het peilolie te laag
is, vult u voldoende olie bij (zie onderstaande
lijst voor de juiste viscositeit) totdat het peil de
vulopening bereikt.
Gebruik alle typen hoogwaardige reinigingsolie
waaraan het American Petroleum Institute de
"onderhoudskwalificatie"- SG, SH of SJ heeft
verleend.
Temperatuur
10°C of lager
10°C tot 35°C
Boven 35°C
4. Plaats de oliemeter terug en veeg eventueel
gemorste olie weg.
Het vervangen van de olie:
1. Start de motor en laat deze een paar minuten
draaien om de motorolie warm te laten worden.
2. Plaats een opvangbak aan de achterkant van de
machine onder de aftakplug (Afb. 22).
Verwijder de aftapplug.
3. Duw de hendel naar beneden om de maaier en
de motor naar achteren te kantelen zodat er
meer olie in een opvangbak kan lopen.
1
4. Plaats de aftapplug terug en vul het carter met
de juiste olie: zie Het controleren van het
Oliepeil.
Onderhoud van het luchtfilter
In normale omstandigheden moet het luchtfilter om
de 50 bedrijfsuren worden gereinigd. Dit moet vaker
gebeuren als de maaier wordt gebruikt in stoffige of
smerige omstandigheden.
1. Maak de bougiekabel los van de bougie.
2. Verwijder de vleugelmoeren waarmee de
21
Olieviscositeit
SAE 10W30
SAE 10W30 of 30
SAE 40