6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Combinatie: Vloerverwarming + Warmtepompconvectoren – Meerdere kamers
Uitgebreide handleiding voor de installateur
40
▪
De bedrijfsmodus wordt ingesteld door de gebruikersinterface aangesloten op de
binnenunit.
▪
De signalen van elke warmtepompconvector om verwarming of koeling te vragen
zijn in parallel op de digitale input van de binnenunit aangesloten (X2M/35 en
X2M/30). De binnenunit zal alleen aanvoerwatertemperatuur leveren wanneer
dit werkelijk gevraagd wordt.
INFORMATIE
Voor nog meer comfort en betere prestaties, adviseren we de optie met afsluiterkit
EKVKHPC op elke warmtepompconvector te plaatsen.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [A.2.1.7]
▪
Code: [C-07]
Voordelen
Vergeleken met de warmtepompconvectoren voor één kamer:
▪
Comfort. U kunt de gewenste kamertemperatuur, inclusief programma's, voor
elke kamer via de afstandsbediening van de warmtepompconvectoren instellen.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Kamer 1
C Kamer 2
a Externe kamerthermostaat
b Warmtepompconvectoren (+ controllers)
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie:
-
"9.2 Aansluitingen op de
-
"9.3 Aansluitingen op de
▪
Voor elke kamer met warmtepompconvectoren: de warmtepompconvectoren
zijn rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
1 (Bst xt kmrthrms): De unit werkt
op basis van de externe thermostaat.
B
C
A
M1
M1
a
4
buitenunit" [
98]
4
binnenunit" [
99]
Waarde
b
ERLA03DAV3 + EHFH03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596806-1B – 2021.12