36
www.aeg.com
Probleem
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
De wasresultaten laten te
wensen over.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de was-
cyclus.
Na de wascyclus is er wat
wasmiddel achtergeble-
ven in de wasmiddellade.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als
het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
13.3 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Gevaar voor brandwonden!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur niet te
hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
Mogelijke oplossing
• De functie ProSense kan de duur van het programma aan-
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela-
dingsdetectie ProSense' onder het hoofdstuk 'Dagelijks ge-
bruik'.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
• Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hard-
nekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
• Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen
heeft.
• Verminder de wasgoedbelading.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
• Ga na of de flap in de juiste positie is (OMHOOG voor was-
poeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
• Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt
volgens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop Aan/Uit om het
2. Haal de netstekker uit het
3. Open de filterklep.
LET OP!
Gevaar voor letsel! Zorg
ervoor dat de trommel niet
draait. Wacht indien nodig
tot de trommel stopt met
draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in
een noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
apparaat uit te schakelen.
stopcontact.