1
Apparaat bedienen
P rogrammagegevens
A p p a r a a t b e d i e n e n
De programmagegevens
(verbruikswaarden) vindt u in de korte
handleiding. Deze hebben betrekking
op normale omstandigheden en de
instelwaarde van de waterhardheid
•:‹.... Verschillende factoren zoals de
temperatuur van het water en de druk in
de waterleiding zijn hierbij van invloed
en kunnen tot afwijkingen leiden.
Instellingen veranderen
Om het u makkelijker te maken, zijn er
vooraf bepaalde instellingen gemaakt
voor uw vaatwasser. U kunt deze
fabrieksinstellingen veranderen.
Zo verandert u de instellingen:
AAN/UIT-schakelaar (
1.
inschakelen.
Toets ‹ 3 seconden ingedrukt
2.
houden.
In het indicatievenster @ verschijnt
•:‹... en ' .
Toets ‹ indrukken om in de
3.
afzonderlijke instellingen te komen.
Met de insteltoetsen - + H de
4.
instelling uitvoeren.
Toets ‹ 3 seconden ingedrukt
5.
houden.
De instelwaarde is in de vaatwasser
opgeslagen.
Wanneer u meerdere instellingen
Tip:
wijzigt, voert u eerst alle wijzigingen na
elkaar uit. Druk vervolgens de
toets ‹ 3 seconden in. Daardoor
zijn alle instelwaarden in de vaatwasser
opgeslagen.
Apparaat bedienen nl
Aquasensor *
* afhankelijk van de uitrustingsvariant
A q u a s e n s o r
van uw afwasautomaat
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater
wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking. Als de
Aqua-Sensor actief is, kan „schoon"
afwaswater in de volgende
reinigingsfase gebruikt worden en het
waterverbruik daardoor met 3–6 liter
verminderd worden. Is het water te vuil,
dan wordt het afgepompt en door vers
water vervangen. In de automatische
programma's worden bovendien
temperatuur en looptijd aan de mate
van vervuiling aangepast.
31