Figuur 3
Procedure om de rolstoelgebruiker vast te maken:
1. Verwijder beide armsteunen.
2. Indien aanwezig, bevestig de rolstoel bekkengordel.
3. Bevestig het veiligheidssysteem voor inzittenden volgens de instructies van het riem-
systeem van de fabrikant.
4. Draag de bekkengordel laag over de voorkant van de bekken, zodat de hoek van de
bekkengordel binnen de gewenste zone van 30° tot 75° met de horizontale is,
analoog zoals hieronder aangeven.
5. Een steilere (grotere) hoek binnen de gewenste zone is wenselijk.
6. Trek de riem strak aan volgens de instructies van het riem-systeem van de fabrikant
en in overeenstemming met het comfort van de gebruiker.
7. Zorg ervoor dat de veiligheidsriem verbonden wordt in een rechte lijn aan het
ankerpunt van het voertuig en dat er geen bochten in de riem zichtbaar zijn,
bijvoorbeeld op de as van het achterwiel.
8. Installeer de armleuningen indien gewenst. Zorg ervoor dat de gordels niet gedraaid
zijn of weggehouden worden van het lichaam door rolstoel onderdelen zoals
armsteunen of wielen.
Gordels mogen niet weggehouden
worden van het lichaam door
rolstoel onderdelen zoals
armsteunen of wielen.
Handgrepen in
laagste positie
zetten
De bekkengordel moet volledig contact maken
met de voorkant van het lichaam vlakbij de
kruising van de dij en het bekken.
Pagina 15
D200
2014-08
Figuur 4