Reiniging van de behuizing
1.
Onderbreek de stroomvoorziening naar het
apparaat.
2.
Open het luchtingangsrooster aan de voor-
zijde en klap het naar boven.
3.
Reinig het rooster en de afdekking met een
licht bevochtigde doek.
4.
Schakel de stroomvoorziening weer in.
Reiniging van het luchtfilter
Reinig het luchtfilter minimaal om de 2 weken. Ver-
kort deze periode bij sterk verontreinigde lucht.
De luchtfilters bevinden zich op de bovenzijde van
het apparaat. Voor het verwijderen van het lucht-
filter hoeft het apparaat niet te worden geopend.
1.
Trek het filter met behulp van de grepen [A
+B] naar voren.
2.
Reinig het filter met behulp van een stan-
daard stofzuiger. Draai daarvoor de veront-
reinigde zijde naar boven.
3.
U kunt verontreinigingen ook voorzichtig met
lauwwarm water en een mild reinigings-
middel verwijderen. Draai hiervoor de veront-
reinigde zijde naar onder.
4.
Laat het filter bij gebruik van water eerst vol-
ledig drogen in de omgevingslucht, voor het
weer in het apparaat plaatsen.
5.
Plaats het filter voorzichtig. Let daarbij op de
correcte plaatsing.
Reiniging van de condenspomp (accessoire)
In de binnenunit kan evt. een ingebouwde of losse
condenspomp aanwezig zijn die het condens naar
een hoger gelegen afvoer pompt.
De verzorgings- en onderhoudsaanwijzingen in de
separate gebruikshandleiding opvolgen.
69