KFV – Montagehandleiding
Reparatie-meerpuntssluiting met sleutelbediening, RB 1100
6
Storingsopheffing
6.1
Functiestoring van de deurkruk
De deurkruk keert niet automatisch in de uitgangspositie terug.
f Controleren of de deurkruk correct gepositioneerd is.
• De deurkruk mag geen contact maken met de rozet c.q. het plaatje of de slotkast.
f Het aandraaimoment van de schroefverbinding van de krukgarnituur controleren.
• Als de schroefverbinding te vast is aangetrokken, kan de freesuitsparing vervormd raken en zijdelings druk
op de slotkast uitoefenen, met een stroeve bediening als gevolg.
f De maataanduidingen van de freesuitsparing van het hoofdslot controleren.
• Als de deurkruk ondanks het naleven van de gespecificeerde maten niet automatisch terugkeert, moet de
meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd worden.
• Als de freesuitsparing niet met de maataanduidingen overeenkomt, moet de freesuitsparing nabewerkt
worden.
f De teststap met nabewerkte freesuitsparing herhalen.
• Als de deurkruk nog steeds niet automatisch in de uitgangspositie terugkeert, moet de meerpuntssluiting
door KFV gecontroleerd worden.
6.2
Functiestoring van de profielcilinder
De sleutel kan niet worden verwijderd.
f De sluitcilinder demonteren en op functiestoringen controleren.
• Als de sluitcilinder niet correct functioneert, moet hij vervangen worden.
f De teststap met vervangen sluitcilinder herhalen.
• Als de sleutel nog steeds niet verwijderd kan worden, moet de meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd
worden.
6.3
Functiestoring van de vergrendelingselementen
f De instellingen van het dagschootplaatje controleren.
• Het dagschootplaatje in de richting van het deurblad verstellen om de zijdelingse aandrukkracht te verlagen.
f De teststap met bijgesteld dagschootplaatje herhalen.
• Als de stroeve bediening voortduurt, dan moeten de maataanduidingen van de freesuitsparing van het
hoofdslot gecontroleerd worden.
• Als de freesuitsparing met de maataanduidingen overeenkomt en de stroeve bediening voortduurt, dan
moet de meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd worden.
• Als de freesuitsparing niet met de maataanduidingen overeenkomt, moet de freesuitsparing nabewerkt
worden.
f De teststap met de nabewerkte freesuitsparing herhalen.
f Controleren of de drijfstangen goed vastzitten in de bevestigingsvoorzieningen.
f Verontreinigingen van loopvlakken en drijfstangen controleren.
• Verwijder evt. verontreinigingen.
f Aandraaimoment van de borden en de rozettengarnituur controleren.
f Controleren of de sluitcilinder goed vastzit.
f Aandruk van de comfortveiligheidsnokken controleren (zie hoofdstuk 5.17 "Afstellen van de sluitdruk" vanaf
pagina 45).
6.4
Functiestoring van de dagschoot
De dagschoot loopt zwaar of komt niet volledig of helemaal niet naar buiten
f Controleer de maataanduidingen van de freesuitsparing van het hoofdslot.
• Als de freesuitsparing met de maataanduidingen overeenkomt en de stroeve bediening voortduurt, dan
moet de meerpuntssluiting door KFV gecontroleerd worden.
f Als de freesuitsparing niet met de maataanduidingen overeenkomt, moet de freesuitsparing nabewerkt worden.
f Pas het kozijndeel aan.
46/48
03.2023
H39.MFVRS007NL-02