3. Bevestig een tuinslang die aangesloten is op een kraan
aan de wasaansluiting
Figuur 29
4. Draai de kraan open.
5. Start de motor en laat deze lopen totdat er geen maaisel
meer onder de machine vandaan komt.
6. Zet de motor af.
7. Draai de kraan dicht en maak de tuinslang los van de
maaimachine.
8. Start de motor en laat deze een paar minuten lopen om
de onderzijde van de machine te drogen.
(Figuur
29).
Stalling
Stal de maaimachine op een koele, schone, droge plaats.
Voorbereidingen voor stalling
WAARSCHUWING
Benzinedampen kunnen tot ontploffing komen.
• Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen.
• Stal de machine nooit in een afgesloten ruimte
in de nabijheid van open vuur.
• Laat de motor afkoelen voordat u de machine
stalt.
1. Als u de tank voor de laatste keer van het jaar vult,
moet u een stabilizer toevoegen aan de benzine volgens
de voorschriften van de fabrikant.
2. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek aan
benzine.
3. Start het opnieuw.
4. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de motor
niet meer wil starten, is de brandstof voldoende
verbruikt.
5. Verwijder de bougiekabel van de bougie.
6. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in het bougiegat en
trek verschillende keren langzaam aan het startkoord
om de olie over de cilinderwand te verspreiden teneinde
corrosie in de stallingsperiode te voorkomen.
7. Monteer de bougie zonder deze vast te draaien.
8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
De handgreep inklappen
1. Maak de vergrendelingen van de handgreep los en draai
de handgreep naar voren in één van de twee standen.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de kabels aan de
buitenkant van de knoppen van de handgreep
lopen als u het bovenste deel van de handgreep
inklapt.
•
Voor de laagste stand draait u de handgreep naar
voren tot deze op de voorwielen steunt.
•
Om de maaier zo compact mogelijk op te bergen,
brengt u de handgreep in de verticale stand (zie
Figuur
30) en vergrendelt u de handgreep.
17