•
Modellen met afstandsbediening - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het
motortoerental tot stationair gedaald is.
•
Modellen met stuurknuppel - Verminder het motortoerental tot stationair alvorens te schakelen.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging.
•
Nadat de buitenboordmotor is geschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gashendel (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
De motor afzetten
1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor in de
neutrale stand. Draai de contactsleutel naar de stand UIT.
2.
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor in de
neutrale stand. Druk op de motorstopknop of draai de contactsleutel naar de stand UIT.
nld
BEDIENING
26779
OFF
26843
26776
37
26842