Varen in zout of vervuild water
Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor na gebruik in zout of vervuild
water steeds met zoet water door te spoelen. Hierdoor voorkomt u dat afzettingen de koelwaterkanalen
verstoppen. Zie Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen.
Als de boot in het water afgemeerd blijft, kantel de buitenboordmotor dan altijd zo dat het onderwaterhuis
helemaal uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt) wanneer hij niet wordt gebruikt.
Was de buitenkant van de buitenboordmotor en spoel de uitlaatgassenuitlaat van de schroef en het
onderwaterhuis steeds na gebruik met zoet water uit. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver
Corrosion Guard (corrosiebescherming) op de metalen buitenoppervlakken. Spuit niet op de anti-
corrosieanodes, want daardoor wordt de werkzaamheid van de anodes aangetast.
Instructies vóór het starten
1.
Controleer het motoroliepeil.
2.
Zorg dat de koelwaterinlaat onder water is.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en
lopen ze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
Procedure voor inlopen van de motor
BELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor slechter
presteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd de
inloopprocedures.
1.
Laat tijdens het eerste bedrijfsuur de motor met gevarieerde gasklepinstellingen draaien tot 3500 omw/
min, ongeveer de helft van volgas.
2.
Laat de motor tijdens het tweede bedrijfsuur met gevarieerde gasklepinstellingen draaien tot 4500
omw/min, driekwart van volgas, en laat de motor tijdens dit uur ook om de tien minuten gedurende één
minuut met volgas draaien.
nld
BEDIENING
KENNISGEVING
26837
31
28525