•
Voordat u het apparaat aansluit op het lichtnet moet u de temperatuurregelaar op de
positie „0" zetten.
•
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact.
•
De vloeiende temperatuurinstelling (trappen 1-12) zorgt voor gelijkmatige
opwarming van de inhoud van de binnenpan.
•
Tijdens de opwarmingsfase brandt het groene controlelampje werking. Zodra de
ingestelde temperatuur is bereikt, dooft het controlelampje. Het gaat opnieuw
branden zodra de temperatuur in de binnenpan daalt.
Aanwijzing: De opwarmtijd is afhankelijk van de hoeveelheid en de temperatuur
van de gerechten en de temperatuur van het water in de buitenpan.
Het serveren van gerechten
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbranding!
Wees voorzichtig bij het openen van het deksel, omdat tijdens het
verwarmen van de gerechten zich stoom onder het deksel verzamelt.
Stoom en spetters kunnen verbrandingen veroorzaken!
•
Open het deksel en schep met behulp van een soeplepel de warme gerechten
direct uit de soeppan.
•
Sluit het apparaat na het uitnemen van de gerechten af met het deksel om
warmteverlies te voorkomen.
•
Wanneer u klaar bent met het gebruik van het apparaat, zet u de temperatuur-
regelaar in de stand „0" en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Het apparaat is uitgerust met een oververhittings-/droogkookbeveiliging.
Wanneer u het apparaat per ongeluk inschakelt zonder, of met te weinig water,
dan wordt deze beveiliging geactiveerd en schakelt het apparaat automatisch uit.
Als dit gebeurt, moet u het apparaat uitschakelen (de temperatuurregelaar op de
positie „0" zetten), de stekker uit het stopcontact trekken en wachten tot het
apparaat is afgekoeld. Vul het apparaat na afkoeling opnieuw met vers water en
gebruik het apparaat normaal.
- 110 -
•
Stel met de temperatuurregelaar een temperatuur in
die past bij de betreffende gerechten.
→ Om de temperatuur van de gerechten te
verhogen stelt u een waarde in van 8-12.
→
Om de temperatuur van de gerechten in stand
te houden stelt u een waarde in van 1-8.