Sym-
Verwarmingsmetho-
bool
de
Pizzastand
Langzaam garen
Onderwarmte
Warm houden
Servies voorverwar-
men
CoolStart-functie
6 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
Accessoires
Rooster
Braadslede
Bakplaat
6.1 Vergrendelingsfunctie
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat de accessoires
kantelen wanneer ze worden uitgetrokken.
U kunt het accessoire tot ongeveer de helft uittrekken,
tot deze vastklikt. De kantelbeveiliging functioneert al-
leen wanneer u het accessoire op de juiste manier in
de binnenruimte schuift.
Temperatuurbe-
Gebruik en werkwijze
reik
Eventuele extra functies
30 - 275 °C
Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterwand zijn ingeschakeld.
70 - 120 °C
Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en
langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven
en van onderen.
30 - 250 °C
Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
60 - 100 °C
Gegaarde gerechten warmhouden.
30 - 70 °C
Servies voorverwarmen.
30 - 275 °C
Voor een snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3.
De temperatuur is afhankelijk van de opgaven van de fabrikant.
Gebruik de hoogste temperatuur die op de verpakking staat aan-
gegeven.
De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.
Het heeft geen zin om voor te verwarmen
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Gebruik
¡ Bakvormen
¡ Ovenschalen
¡ Vormen
¡ Vlees, bijv. braad- of grillstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Vochtig gebak
¡ Gebak
¡ Brood
¡ Grote braadstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Afdruipende vloeistof opvangen, bijv vet
bij het grillen op het rooster.
¡ Plaatgebak
¡ Klein gebak
6.2 Accessoire in de binnenruimte schuiven
Het accessoire altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte schuiven. Alleen zo kan het accessoire zonder
te kantelen tot ongeveer de helft worden uitgetrokken.
1.
Het accessoire zo draaien, dat de pal
achterkant bevindt en naar beneden wijst.
2.
De accessoires altijd tussen de beide geleidestan-
gen van een inschuifhoogte plaatsen.
Accessoires nl
zich aan de
9