Elektrische aansluiting
6.4.4 PV-Generator (DC) aansluiten
GEVAAR!
Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer!
• Vóór de aansluiting van de PV-generator dient gecontroleerd te worden of de AC-
leidingbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld en tegen herinschakelen beveiligd is.
OPGELET!
Ernstige schade aan het meettoestel door te hoge spanning!
• Uitsluitend meettoestellen met een DC-ingangsspanningsbereik van minimaal
1 000 V gebruiken.
1. Schakel de zekeringsautomaat uit en beveilig deze tegen herinschakelen.
2. Zorg ervoor dat de omvormer beveiligd is tegen diefstal met het verbindingselement, zoals
beschreven in hoofdstuk 4.3 "Omvormer met wandsteun monteren" (Pagina 17).
3. De aansluitkabels van de PV-modules controleren
op correcte polariteit en controleren of de
maximale ingangsspanning van de omvormer
wordt aangehouden.
Bij een omgevingstemperatuur van meer dan
10 °C mag de nullastspanning van de PV-modules
niet meer dan 90 % van de maximale
ingangsspanning van de omvormer bedragen.
Controleer in ieder geval de installatieconfiguratie
en de onderlinge verbinding van de PV-modules.
Bij lagere omgevingstemperaturen kan namelijk de
maximale ingangsspanning van de omvormer
overschreden worden.
OPGELET!
Schade aan de omvormer door te hoge spanning!
Als de spanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer
overschrijdt, is het mogelijk dat deze door overspanning onherstelbaar beschadigd raakt.
De aanspraak op garantie vervalt in dergelijke gevallen.
• Sluit geen strings op de omvormer aan met een hogere nullastspanning dan de
maximale ingangsspanning van de omvormer.
• Controleer de installatieconfiguratie.
4. Controleer de strings op een eventueel aardlek zoals beschreven in hoofdstuk 11.1 "PV-
generator op aardlek controleren" (Pagina 74).
46
SB20HF-30HF-IA-nl-32
SMA Solar Technology AG
Installatiehandleiding