IN S T A LLA TIE H A N DLE ID IN G
5.13 Plaatsen houtset, kiezelset en gebroken glasset
Het toestel wordt geleverd met een houtset, een kiezelset of een gebroken glasset.
Het vermiculiet waarmee de branderbak wordt gevuld is zwart bij de houtset en de gebroken glasset.
Bij de kiezelset is het vermiculiet naturelkleurig.
!Let op
In de afbeeldingen is de kleur niet altijd correct weergegeven.
Houd u zich strikt aan onderstaande instructies ter voorkoming van onveilige situaties.
!Let op
Ø
Gebruik uitsluitend de meegeleverde houtset, kiezelset of gebroken glasset.
Ø
Gebruik uitsluitend het gloeimateriaal (zie Bijlage 3, afb. 21) samen met de houtset.
Ø
Plaats de houtset, kiezelset of gebroken glasset exact volgens de beschrijving.
Voor het plaatsen van de kiezelset en de gebroken glasset dienen dezelfde handelingen te worden verricht.
!Let op
In de afbeeldingen is alleen de kiezelset weergegeven.
Ø
Laat de ionisatie- en ontstekingselectrodes en de ruimte eromheen vrij (zie Bijlage 3, afb. 15 t/m 18).
Ø
Laat de sleuf tussen de branderbak en de bak rondom de brander vrij.
Ø
Voorkom dat het fijne stof van het vermiculiet op de brander terechtkomt.
5.13.1 Houtset
De houtset bestaat uit vermiculiet (zie Bijlage 3, afb. 19), chips (zie Bijlage 3, afb. 20), gloeimateriaal
(zie Bijlage 3, afb. 21) en een aantal stammen (zie Bijlage 3, afb. 22).
•
Kleuren kunnen afwijken van de foto;
!Let op
•
op de foto's bevindt de luchtkast zich aan de linkerzijde. Dit betekent, dat de ionisatie vóór de brander is
gepositioneerd en de ontsteking erachter. Gebruik dit als referentie bij het plaatsen van de stammen.
Ø
Verwijder het hekje van de bak rondom de brander (zie Bijlage 3, afb. 23).
Ø
Vul de branderbak met vermiculiet; verdeel het vermiculiet gelijkmatig (zie Bijlage 3, afb. 23). Het vermiculiet mag
niet hoger komen dan de rand van de brander.
!Tip
Het vlambeeld kan beïnvloed worden door het vermiculiet te verplaatsen.
Het branderdek moet wel geheel bedekt blijven met vermiculiet om te voorkomen dat de levensduur van de
!Let op
brander afneemt.
Ø
Identificeer de stammen A t/m J (zie Bijlage 3, afb. 22).
!Tip
Maak bij de identificatie gebruik van de brandvlekken op de stammen.
Ø
Plaats de stammen A t/m J. Maak hierbij gebruik van de positiebeugels (zie Bijlage 3, afb. 24 t/m 27).
De stammen mogen het branderpatroon niet helemaal afdekken, omdat:
!Let op
•
De hoofdbrander dan niet goed ontsteekt;
•
dit tot onveilige situaties kan leiden;
•
sneller vervuiling optreedt door roetvorming;
•
het vlambeeld verstoord wordt.
Ø
Vul de bak rondom de brander met chips; verdeel de chips gelijkmatig (zie Bijlage 3, afb. 26 en 27).
Zorg ervoor dat de rand aan de voorzijde (kantel-ruit zijde) waar de ruit op aansluit, vrij is van chips en dergelijke
!Let op
(zie Bijlage 3, afb. 26).
Ø
Indien gewenst, verdeel het gloeimateriaal over de brander.
Laat de ruimtes om zowel de ionisatie als de ontsteking vrij van gloeimateriaal.
!Let op
!Tip
Leg het gloeimateriaal vast onder de chips en/of de houtset.
5.13.2 Kiezelset en gebroken glasset
De kiezelset en de gebroken glasset bestaan uit vermiculiet (zie Bijlage 3, afb. 19) en kiezels of gebroken glas.
Voor het plaatsen van de kiezelset en de gebroken glasset dienen dezelfde handelingen te worden verricht. De
!Let op
kleuren kunnen afwijken van foto.
Ø
Vul de branderbak met vermiculiet, verdeel het vermiculiet gelijkmatig (zie Bijlage 3, afb. 23).
!Tip
Het vlambeeld kan beïnvloed worden door het vermiculiet te verplaatsen.
Het branderdek moet wel geheel bedekt blijven met vermiculiet om te voorkomen dat de levensduur van de
!Let op
brander afneemt.
Ø
Vul de branderbak en de bak rondom de brander met kiezels of gebroken glas.
Ø
Verdeel de kiezels of het gebroken glas gelijkmatig over één laag (zie Bijlage 3, afb. 28).
Het niet goed plaatsen van de keizels of gebroken glas, zoals het op elkaar stapelen, kan tot gevolg hebben dat:
!Let op
•
De hoofdbrander niet goed ontsteekt waardoor een onveilige situatie kan ontstaan;
•
het vlambeeld verstoord wordt.
15