Basisfuncties
3
Tik op
om een foto te maken.
Als u de fotostand wilt wijzigen, sleept u de lijst met fotostanden naar links of rechts of veegt u naar links
of rechts op het voorbeeldscherm.
Camera-instellingen
Een lens selecteren.
Voorbeeldminiatuur
• Het voorbeeldscherm kan verschillen afhankelijk van de fotostand en camera die wordt gebruikt.
• Wanneer u foto's of video's met een hoge resolutie of een hoge zoomverhouding maakt, wordt
er mogelijk niet goed scherpgesteld als het onderwerp dichtbij is. Maak foto's of video's van een
goede afstand.
• Als de foto's die u maakt onscherp lijken, maakt u de cameralens schoon en probeert u het
opnieuw.
• Zorg dat de lens niet beschadigd of vuil is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet correct in
bepaalde standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
• De camera van uw apparaat is uitgerust met een groothoeklens. Er kan een kleine vervorming
optreden in groothoekfoto's of -video's, wat niet duidt op prestatieproblemen van het apparaat.
• Als het apparaat wordt blootgesteld aan plotselinge verschillen in de luchttemperatuur, kan
zich condens vormen op de camera, vanwege het temperatuurverschil dat ontstaat tussen de
buitenkant en de binnenkant van de camerabehuizing. Probeer dergelijke omstandigheden te
voorkomen wanneer u de camera gebruikt. Als er condens wordt gevormd, moet u de camera op
natuurlijke wijze laten drogen bij kamertemperatuur voordat u foto's maakt of video's opneemt,
anders kunnen de resultaten wazig lijken.
Een foto maken
Opties voor de huidige fotostand
Scène-optimalisatie
Lijst met fotostanden
Schakelen tussen de camera aan de
voorzijde en de camera aan de
achterzijde
25