nl Zo lukt het
Voedingswaar
Varkenssteaks, 2 cm dik
Runderfilet, medium, 1 kg
Gestoofd rundvlees, 1,5 kg
Rosbief, medium, 1,5 kg
Hamburger, 3-4 cm hoog
Gebraden kalfsvlees, 1,5 kg
Kalfsschenkel, 1,5 kg
Lamsbout zonder been, medium,
1,5 kg
Lamsrack met been, medium, 1,5 kg
Grillworsten
Gehaktbrood, 1 kg
De braadslede onder het rooster inschuiven.
1
In het begin vloeistof in de vorm doen, gebraad moet minstens voor 2/3 in vloeistof liggen
2
3
Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
4
Keer het voedsel niet. Bedek de bodem met water.
Vis
Voedingswaar
Vis, gegrild, heel 300 g, bijv. forel
Vis, gegrild, heel 1 kg, bijv. zeebrasem
Vis, gegrild, heel, 1,5 kg, bijv. zalm
Visfilet / viskotelet, 2-3 cm dik, gegrild
1
De braadslede onder het rooster inschuiven.
Tips voor de volgende keer braden
Wanneer er bij het braden een keer iets niet direct lukt,
dan vindt u hier tips.
Onderwerp
Het vlees is te donker en
de korst is op enkele
plaatsen verbrand.
Uw braadstuk is te droog. ¡ Kies een lagere tem-
De korst van uw braad-
stuk is te dun.
32
Accessoires / vor-
men
Rooster
Open vorm
Gesloten servies
Open vorm
Rooster
Open vorm
Gesloten servies
Open vorm
Open vorm
Rooster
Open vorm
Accessoires / vor-
men
Rooster
Rooster
Rooster
Rooster
Tip
¡ Kies een lagere tem-
peratuur.
¡ Verkort de braadduur.
peratuur.
¡ Verkort de braadduur.
¡ Verhoog de tempera-
tuur.
Of:
¡ Schakel na het einde
van de braadduur kort
de grill in.
Inschuif-
Verwar-
hoogte
mings-
metho-
de
4
3
2
2
4
2
2
2
2
3
2
Inschuif-
Verwar-
hoogte
mings-
metho-
de
2
2
2
3
Onderwerp
Uw braadsaus is aange-
brand.
Uw braadsaus is te licht
en te waterig.
Wanneer u vlees stooft,
brandt het vlees aan.
Temperatuur
Tijdsduur in
in °C / grill-
min.
stand
1
3
20-25
210-220
45-55
200-220
100-120
200-220
60-70
3
1
3
25-30
180-200
120-140
210-230
130-150
4
170-190
70-80
4
180-190
45-55
1
3
20-25
170-180
70-80
Temperatuur
Tijdsduur in
in °C / grill-
min.
stand
1
2
20-25
1
180-200
45-50
1
170-190
50-60
1
2
20-25
Tip
¡ Kies een kleinere
vorm.
¡ Voeg bij het braden
meer vloeistof toe.
¡ Kies een grotere vorm
om ervoor te zorgen
dat er meer vloeistof
verdampt.
¡ Voeg bij het braden
minder vloeistof toe.
¡ Controleer of de
braadvorm en het dek-
sel bij elkaar passen
en goed sluiten.
¡ Verlaag de tempera-
tuur.
¡ Voeg bij het stoven
vloeistof toe.
2