Benzine en olie
Aanbevolen benzine
LOODVRIJE normale benzine geschikt voor gebruik
in auto's gebruiken (minimum octaangehalte 85). Als
loodvrije normale benzine niet verkrijgbaar is, mag
loodhoudende normale benzine gebruikt worden.
BELANGRIJK: Nooit methanol, benzine met
methanol, of gasohol met meer dan 10% ethanol
gebruiken, daar anders het brandstofsysteem
beschadigd kan worden. Nooit olie met benzine
mengen.
GEVAARLIJK
POTENTIEEL GEVAAR
•
Onder bepaalde omstandigheden is benzine
uiterst brandbaar en explosief.
WAT KAN ER GEBEUREN
•
Door benzine veroorzaakte brand of
explosie kan u en anderen branden en
beschadiging aan gebouwen aanbrengen.
HOE HET GEVAAR TE VERMIJDEN
•
Met een trechter de tank buiten op open ter-
rein vullen wanneer de motor koud is.
Eventueel gemorste benzine opnemen.
•
De tank nooit geheel vullen. Tank met ben-
zine vullen tot het vloeistofpeil 6mm tot
13mm onder de onderkant van de vulpijp
staat. De lege ruimte in de tank stelt de ben-
zine in staat uit te zetten.
•
Nooit roken wanneer men benzine hanteert
en uit de omgeving van open vuur blijven of
waar benzinedampen door een vonk ontsto-
ken kunnen worden.
•
Benzine in een goedgekeurde bus bewaren
en buiten bereik van kinderen houden. Nooit
meer dan een voorraad benzine voor 30
dagen kopen.
Stabilizer/Conditioner
Toro Stabilizer/Conditioner
De juiste hoeveelheid Toro Stabilizer/Conditioner aan
de benzine toevoegen. Gebruik van Toro
Stabilizer/Conditioner in de machine:
•
Houdt de benzine fris tijdens bewaren
•
Reinigt de motor terwijl hij loopt
•
Elimineert gumaanslag in het brandstofsysteem dat
moeilijk starten kan veroorzaken.
BELANGRIJK: Nooit methanol of ethanol
bevattende additieven aan de benzine toevoe-
gen.
Vullen van de brandstoftank
1. Motor uitschakelen en motorkap openen.
2. Omgeving van brandstoftankdop reinigen en dop
afnemen. Met behulp van een trechter de tank met
normale, loodvrije benzine vullen tot 6 à 13mm
onder de onderkant van de vulpijp. Deze ruimte in
de tank maakt het mogelijk dat de benzine
uitzetten kan. Nooit de brandstoftank geheel
vullen.
3. Dop stevig terugzetten. Eventueel gemorste ben-
zine afvegen.
4. Motorkap sluiten.
Controleren van motoroliepeil
Alvorens de motor te starten en de machine te
gebruiken, oliepeil in het carter controleren; zie
Controleren van oliepeil.
9