Aanvoerslangfilter
De aanvoerslangfilter voorkomt schade die ten gevolge van soms in het water voorkomende
verontreinigingen (zand, klei, roest enz.) ontstaat. Deze verontreinigingen worden via de
hoofdwateraanvoer of het loodgieterswerk in huis aangevoerd en met het plaatsen van deze
filter worden vergeling en afzettingen na het wassen voorkomen. Controleer periodiek de filter
en de slang en maak ze, indien nodig, schoon. Om de filter schoon te maken, moet u eerst de
waterkraan dichtmaken en daarna de slang losmaken. Als u de filter uit de slang heeft
verwijderd, maakt u die onder de kraan schoon. Plaats de gereinigde filter weer in de slang.
Monteer de slang opnieuw.
Sproeiarmen
Controleer of de gaten van de bovenste en
onderste sproeiarm niet verstopt zijn. Als ze
verstopt zijn, maak de sproeiarmen los en
reinig ze in water.
De onderste sproeiarm kunt u verwijderen
door deze naar boven te trekken en de
bovenste verwijdert u door linksom aan de
moer te draaien. Zorg ervoor dat de moer
goed is aangedraaid als u de bovenste
sproeiarm weer monteert.
25