U kan alle moderne wasmiddelen ge-
bruiken, die voor machinaal wassen ge-
schikt zijn. Zowel in de vorm van poe-
der als van tabletten, vloeibaar, al dan
niet geconcentreerd.
Wollen breigoed en wolmengsels dient
u met een wolwasmiddel te wassen.
Hoe u het wasmiddel voor een volle-
dige trommellading doseert, vindt u te-
rug op de verpakking.
De dosering hangt af van
– de mate waarin het wasgoed vuil is
lichtjes vuil
Geen vuil of vlekken te bespeuren.
Misschien ruiken de kleren niet meer
zo fris.
normaal vuil
Er is vuil zichtbaar en/of enkele lichte
vlekken.
erg vuil
Het vuil en/of de vlekken zijn duide-
lijk waar te nemen.
– de waterhardheid
Indien u de waterhardheid niet kent,
kan u inlichtingen inwinnen bij uw
waterbedelingsmaatschappij.
– de hoeveelheid wasgoed.
Waterhardheid
Cate-
Water-
gorie
kwaliteit
I
zacht
II
gemiddeld
III
hard tot
zeer hard
Waterontharding
Om wasmiddel te sparen kan u bij de
waterhardheidscategorieën II en III een
onthardingsmiddel toevoegen. De juiste
dosering daarvan vindt u op de verpak-
king terug. Voeg eerst wasmiddel en
dan pas onthardingmiddel toe.
Het wasmiddel kan u dan doseren als
voor categorie I.
Aanbeveling:
Gebruikt u verschillende middelen,
voeg die dan in deze volgorde toe in
vakje j:
1. wasmiddel
2. onthardingsmiddel
3. vlekkenzout.
Zo worden de middelen beter inge-
spoeld.
Wasmiddel
°d of Duitse
°f of Franse
hardheid
hardheid
0 - 7
0 - 13
7 - 14
13 - 25
meer dan
meer dan
14
25
29