2.5 PROGRAMMEER TENMINSTE ÉÉN TELEFOONNUMMER
De Mobeye CML2255 kan berichten sturen naar maximaal 5 telefoonnummers. Het
eerste telefoonnummer (TEL1) hoort bij de zogenaamde "beheerder". Deze beheerder
zal de eventuele systeemberichten (zoals bijvoorbeeld "low battery" meldingen)
ontvangen. Zonder de invoer van het eerste nummer zal de Mobeye CML2255 niet
werken.
Om vanuit de initiële status het beheerdernummer te programmeren, belt u na het
plaatsen van de batterijen (en terwijl de groene LED knippert) met de telefoon van de
beheerder naar het telefoonnummer van de Mobeye unit. De Mobeye CML2255 zal dit
nummer herkennen en opslaan als TEL1. De beheerder krijgt ter bevestiging een
SMS-bericht met de beveiligingscode. Deze code is nodig om andere settings in het
systeem te programmeren.
NB: Voor deze wijze van programmeren dient de nummerherkenning in het toestel van
de beheerder 'aan' te staan. Om TEL1 via SMS- commando te programmeren of te
wijzigen, raadpleeg 6.
2.6 STEL EEN MINIMALE EN/OF MAXIMALE TEMPERATUUR IN
Separaat van elkaar kunnen een onder- en bovengrens voor iedere temperatuursen-
sor worden ingesteld. Alle grenzen kunnen worden ingesteld tussen -35 en +70 ºC.
Voor negatieve waarden, plaats een "-" voor de waarde.
Om een temperatuurgrens in te stellen, moet de CML2255 in programmeerstand
staan. Stuur een SMS naar de CML2255 met de volgende inhoud:
SMS-commando ondergrens:
SMS-commando bovengrens:
Idem voor de tweede sensor:
SMS-commando ondergrens:
SMS-commando bovengrens:
Let op de spatie na 1111.
voorbeeld:
voorbeeld:
1111 LTL1:
1111 LTL1:-5
1111 HTL1:
1111 HTL1:25
1111 LTL2:
1111 HTL2:
7