Figuur 12
1. Aardingsblok
2. Zekeringhouder
6. Verbind de ringaansluiting van de kabelboom met de
aanduiding Aarding met het aardingsblok (Figuur 12).
7. Sluit de aansluiting van de kabelboom met de
aanduiding 12 VDC aan op de zekeringhouder
(Figuur 12).
6
Achterlichten monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
2
Achterlicht
2
Kabelklemband houder
4
Kabelklemband
Procedure
1. Verwijder de (2) achterste bouten en moer waarmee
de beugel van de achterbumper aan de linkerframerail
is bevestigd (Figuur 13). Bewaar de bouten en
moeren.
3. Positieve startpool
1. Bouten en moeren beugel achterbumper
2. Gebruik de bouten en moeren die u eerder
verwijderd hebt om een lamp aan de beugel en het
frame te bevestigen (Figuur 14).
1
2
3
G016538
1. Eerder verwijderde
moeren
2. Beugel achterbumper
3. Kabelklemband
3. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de
machine.
4. Volg de hoofdkabelboom van de tractie-eenheid
om de kabelboom van het achterlicht naar het
rechterachterlicht te leiden. Ga als volgt te werk:
• Onder de steunbeugel van de motorkap
(Figuur 15).
• Onder de klep (Figuur 15).
• Langs de bestaande harde buis en kabelboom
naar de radiateursteun (Figuur 15).
• Over de radiateurslang (Figuur 15).
8
Figuur 13
4
Figuur 14
4. Achterlicht
5. Eerder verwijderde bouten
5