1. Koplamp, rechts
2. Bedradingskap koplamp
3. Bout
4. Ring, klein
5. Flensmoer
1. Beugel van koplamp,
rechts
2. Kabelklemband
3. Ring, klein
4. Bout
5. Kunststofplug
4. Bevestig de linker- en rechterkoplamp aan de beugels
van de koplampen (Figuur 6) met de meegeleverde
bevestigingen. Zorg ervoor dat de lens van de
Figuur 6
6. Ring, groot
7. Bestuurdersplatform
8. Kabelklemband
9. Beugel van koplamp,
rechts
Figuur 7
6. Bedradingskap koplamp
7. Koplamp, links
8. Bestuurdersplatform
9. Ring, groot
10. Flensmoer
richtingaanwijzer van de koplamp zich aan de
buitenkant van de machine bevindt.
5. Leid de uiteinden van de kabelboom van de koplamp
onder de voorrand van het bestuurderplatform, door
de koplampbeugels en naar de koplampen (Figuur 3).
6. Sluit een van de kabelboomaansluitingen aan op de
eerder losgekoppelde kabelboomaansluiting en een
op de koplamp. De koplampaansluiting dient te
worden gemaakt binnen de koplampbeugel. Herhaal
deze procedure bij de andere koplamp.
7. Gebruik het gat in elke koplampbeugel om de
kabelboom te bevestigen aan de beugel. Gebruik
een kabelbinder en ga te werk zoals wordt getoond
in Figuur 7.
8. Monteer de kap van de bedrading van de koplamp
aan de koplampbeugel met plastic plugs.
9. Monteer de kap van de stuurkolom met de schroeven
die u eerder verwijderd hebt.
Voor tractie-eenheden met cabine
1. Maak de kabelboomaansluiting van elke bestaande
koplamp los.
2. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de
koplampen bevestigd zijn aan de beugels vooraan
op de cabine (Figuur 8).
1. Koplamp
3. Monteer losjes de linkerkoplampbeugel bovenaan
op de linkercabinebeugel met een 1/2 x 1-1/4 inch
flenskopbout en 1/2 inch flensmoer. Plaats de
beugel zoals wordt getoond in Figuur 9.
5
Figuur 8
2. Beugel