Bumptest
Richtlijnen gasfles (bumptest)
Om een nauwkeurige bumptest te verzekeren, dient u gas van de beste kwaliteit te
gebruiken. Gebruik gas dat is goedgekeurd door het Britse National Institute of
Standards and Technologie.
Gebruik geen gasfles met een vervallen houdbaarheidsdatum.
Aansluiting van de gascilinder
1. Sluit de kalibratieslang aan op de 0,5 l/min-regelaar van de gasfles.
Voor gebruik met de MicroDock II gebruikt u een debietregelaar.
OPMERKING: Cilinder die op een debietregelaar worden aangesloten,
moeten aan de volgende maximum inlaatdrukwaarden voldoen:
- Wegwerpcilinders 0-1000 psig/70 bar
- Hervulbare flessen 0-3000 psig/207 bar
Raadpleeg de MicroDock II gebruikershandleiding om een automatische
bumptest uit te voeren.
2. Sluit de kalibratieslang aan op de kalibratiekap.
3. Sluit de kalibratieadapter aan op de detector.
4. Gas aanbieden. Controleer of de visuele en akoestische alarmsignalen
geactiveerd zijn.
5. Sluit de regelaar en haal de kalibratie-adapter van de detector af.
OPMERKING: Het alarm van de detector blijft tijdelijk ingeschakeld tot het
gas van de sensoren wordt verwijderd.
6. Haal de slang van de kalibratiekap en de regelaar af.
GasAlertMicroClip
Opmerking
Gebruik de kalibratiedop
alleen tijdens kalibratie
en bumptest.
Bumptest
11