Conventionele
Brandmeldcentrale
4.4.2
Ingang 2 (alleen FPC-500‑8)
4
2
Extra instellingen komen hiermee voor Ingang 1.
4.5
Uitgangen configureren
In het menu Uitgangsconfig kunt u het gedrag van de individuele
uitgangen van de brandmeldcentrale programmeren.
4.5.1
Signaleringsapparaten
In het submenu Sirene kunt u het gedrag van de
signaleringsapparaten programmeren. U kunt Sir zones
gebruiken om de signaleringsapparaten toe te wijzen aan
specifieke zones. Reagerende sir specificeert of uitgeschakelde
signaleringsapparaten opnieuw worden geactiveerd door een
nieuw alarm in een andere zone. U kunt Sir in test gebruiken om
te specificeren of de signaleringsapparaten 15 seconden actief
moeten zijn wanneer een zonetest wordt uitgevoerd.
Voorzichtig!
Bij de toewijzing van zones aan de signaleringsapparaten moet
ervoor worden gezorgd dat iedere zone van de
!
brandmeldcentrale aan minimaal één signaleringsapparaat
wordt toegewezen.
Niet-toegewezen zones activeren geen alarmsignalering via de
signaleringsapparaten als er een brand is.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Druk op zonetoets 4.
U gaat dan naar het menu Ingangsconfig.
Druk op zonetoets 2.
U gaat dan naar het submenu Ingang 2.
Systeemconfiguratie | nl
2014.06 | 7.0 | F.01U.172.980
53