Installatie
2.7 De detector aan een muur bevestigen
2.8 Kabelverbindingen
22
De Sensepoint XRL-zender heeft een ingebouwde montageplaat, die
voorzien is van vier gaten op het huis van de zender. De zender kan
rechtstreeks op een montage-oppervlak worden bevestigd, of op een
horizontale of verticale pijp/structuur, met een diameter/doorsnede van
40,0-70,0 mm (1,6 tot 2,8 inch). De optioneel leverbare
pijpmontagebeugel kan daarvoor worden gebruikt.
M20-invoer voor
ATEX/IECEx/AP-versies
en ¾"NPT kabel/
leidingsinvoergegevens op
UL/CSA-versies
Alle afmetingen zijn in mm.
OPGELET!
Controleer voordat u de installatie start of de systeemcontroller of
externe voedingsbron is uitgeschakeld.
M
C O
IN
C O
De gebruikte kabel moet geschikt zijn voor de gevarenclassificatie van de
ruimte en aan lokale, nationale en/of bedrijfsspecifieke regels voldoen.
Het gebruik van een juist afgeschermde kabel van industriële kwaliteit is
aanbevolen. Controleer of de kabel geschikte isolatie heeft; hij kan
worden verbonden met metalen onderdelen in de behuizing van de
Sensepoint XRL.
1. Bepaal met behulp van een boormal
waar de detector moet worden
geplaatst.
2. Maak de detector met geschikte
bevestigingsmiddelen voor het
oppervlak vast in de
bevestigingspositie. Draai het geheel
niet te vast aan.