2.4 Hoofdelektronicamodule
2.5 Bedrading van versies met mA-uitgang
Stroomaansluiting
1) Knop OMLAAG
2) Knop OMHOOG
3) Schakelaar voor blokkeringsniveau
4) Uitgang voor positieve spanning
5) Uitgang voor negatieve spanning
6) Selectieschakelaar voor verzamelstroom/bron
Controleer tijdens het aansluiten op gelijkstroom of de polariteit klopt.
Zorg dat aansluiting 4 ('Common') wordt gebruikt om de voeding en de
massa van de controller samen aan te sluiten als er wisselstroom wordt
gebruikt.
Raadpleeg de stroomschema's op pagina 18 en 19.
Installatie
17