8.2 Condenswater (afbeelding 7)
Aanwijzing!
Voor een duurzame bestendigheid van het
drukvat (2) moet het condenswater na elk
gebruik worden afgelaten door de afl aatklep
(1) te openen. Om de afl aatklep te openen
de kraan naar beneden draaien. Kantel
daarvoor de ketel bovendien zo, dat de
afl aatklep het laagste punt in de ketel is en
het condenswater volledig kan weglopen.
Draai de kraan daarna weer naar boven om
de afl aatklep weer te sluiten.
Controleer het drukvat vóór elk gebruik op
roest en beschadigingen. De compressor
mag niet met een beschadigd of roestig
drukvat worden ingezet. Indien u beschadi-
gingen vaststelt, gelieve u dan tot de werk-
plaats van een klantendienst te wenden.
8.3 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de
koolborstels door een bekwame elektricien
nazien.
Gevaar! De koolborstels mogen enkel door
een bekwame elektricien worden vervan-
gen.
D_K_242_50_EX_NL_SPK7.indb 19
D_K_242_50_EX_NL_SPK7.indb 19
N
8.4 Veiligheidsventiel
Het veiligheidsventiel is ingesteld op de
maximaal toelaatbare druk van het drukvat.
Het is niet toegelaten om het veiligheids-
ventiel te verstellen.
8.5 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onder-
houden onderdelen.
19
16.05.2018 08:51:41
16.05.2018 08:51:41