7.5 HET ROOKAFVOERSySTEEM SCHOONMAKEN
• Verwijder de plug van het T-stuk en reinig de leidingen.
Zolang u nog niet volledig vertrouwd bent met de werking van de kachel,
raden wij u aan om dit onderhoud ten minste maandelijks uit te voeren.
Indien nodig, vooral de eerste keren, raden wij u aan een beroep te doen
op een vakman.
7.6 DE KERAMISCHE BEKLEDING SCHOONMAKEN
De keramische bekleding moet eerst met een zachte en droge doek gereinigd worden voordat u een schoonmaakproduct (zelfs milde
schoonmaakproducten) gebruikt.
Er zijn producten op de markt verkrijgbaar die geschikt zijn om keramiek schoon te maken maar ook geconcentreerde producten om porselein
schoon te maken. Met deze producten kunnen olie-, inkt-, koffie- en wijnvlekken enz. verwijderd worden.
d
Maak de keramische bekleding niet nat of reinig niet met koud water wanneer die nog warm is; dit kan een thermische schok
veroorzaken met het risico van barsten.
7.7 DE VERNISTE METALEN DELEN SCHOONMAKEN
Om de verniste metalen delen van het product te reinigen kunt u het beste een zachte, vochtige doek gebruiken.
d
Reinig de metalen delen nooit met alcohol, verdunners, producten op basis van petroleum (zoals benzine), aceton of andere ontvettende
of schuurmiddelen.
In geval er producten zoals hierboven beschreven worden gebruikt kan de fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die
hierdoor veroorzaakt wordt. Eventuele kleurveranderingen van de metalen delen kunnen te wijten zijn aan verkeerd gebruik van het product.
7.8 HET GLAS SCHOONMAKEN (DAGELIJKS)
a
Het reinigen van het glas moet gebeuren wanneer de kachel afgekoeld is en met een ontvettend middel op basis van ammoniak en
niet met corrosieve middelen zoals verdunner.
Tijdens de ontstekingsfase is het mogelijk dat er zich op het glas roet opstapelt dat verder zal inbranden tijdens de optimale werking/verhitting van
de kachel. Wanneer deze aanslag zich keer na keer opstapelt dan zal het moeilijk zijn om te reinigen. Daarom raden we aan om het glas vóór de
dagelijkse ontsteking schoon te maken.
d
Gebruik geen materialen die het glas kunnen krassen of beschadigen, omdat krassen uiteraard barsten kunnen worden.
Fig. 65
H072067NL0 / DT2001671 – 00
DT2010092-03
DT2031151-00
DT2010059-03
DT2010061-03
DT2010062-04
59