Onderhoud
gekanteld is, zelfs niet als de kantelsteun-
hendel vergrendeld is. Als de buiten-
boordmotor per ongeluk valt, kan dat
ernstige verwondingen veroorzaken.
DCM00660
OPGELET:
Gebruik de kantelsteunhendel of de kan-
telsteunknop niet om de boot de slepen.
De buitenboordmotor zou daardoor kun-
nen lostrillen van de kantelsteun en val-
len. Als de boot niet kan worden gesleept
met de motor in de normale stand, ge-
bruik dan een bijkomend steunstuk om
de motor in de gekantelde stand vast te
zetten.
De buitenboordmotor moet gesleept en op-
geborgen worden in de normale vaarstand.
Als er te weinig ruimte is op de weg voor die
stand, sleep de buitenboordmotor dan in de
gekantelde stand en maak gebruik van een
motorsteun zoals een spiegelstang. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer voor meer details.
DMU28241
Opberging van de buitenboordmotor
Wanneer u uw Yamaha-buitenboordmotor
gedurende een lange periode (2 maand of
langer)opbergt, dient u verschillende belang-
rijke procedures uit te voeren om beschadi-
ging te voorkomen.
Het is aan te raden om uw buitenboordmotor
een onderhoudsbeurt te laten geven door
een erkende Yamaha-dealer voor u hem op-
bergt. U kan echter zelf met een minimum
aan gereedschap de volgende procedures
uitvoeren.
DCM01080
OPGELET:
Om problemen te voorkomen die ver-
G
oorzaakt worden door olie die vanuit
het oliecarter in de cilinder terecht-
komt, moet de buitenboordmotor in de
45
getoonde stand worden gehouden als
hij wordt vervoerd of opgeborgen. Als
de buitenboordmotor liggend (niet
rechtop) wordt vervoerd of opgebor-
gen, leg hem dan op een kussen nadat
de motorolie afgetapt is.
Leg de buitenboordmotor niet op zijn zij
G
voordat het koelwater helemaal is afge-
tapt, anders kan het water langs het uit-
laatkanaal in de cilinder terechtkomen
en motorpech veroorzaken.
Berg de buitenboordmotor op op een
G
droge, goed verluchte plaats, waar hij
niet aan rechtstreeks zonlicht is bloot-
gesteld.
DMU28303
Procedure
DMU28321
Spoelen met de doorspoel aansluiting
(oorkap)
Spoelen met de doorspoel aansluiting (oor-
kap)
1.
Was het buitenboordmotorlichaam met
zoet water. Voor meer informatie, zie
pagina 48.
2.
Ontkoppel de brandstofleiding van de
motor of sluit de brandstofkraan (als er
één is).
3.
Verwijder de motorkap en het geluids-
demperdeksel. Verwijder de propeller.
4.
Installeer de doorspoel aansluiting (oor-
ZMU04261