Basisfuncties
1
Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje op de lade om de lade te ontgrendelen.
2
Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
3
Plaats een geheugenkaart in de lade met de goudkleurige contacten naar beneden gericht en druk de
geheugenkaart voorzichtig in de lade om deze vast te zetten.
4
Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
• Sommige geheugenkaarten zijn mogelijk niet volledig compatibel met het apparaat. Het gebruik
van een incompatibele geheugenkaart kan resulteren in beschadiging van het apparaat of de
geheugenkaart en kan bovendien gegevens op de kaart beschadigen.
• Let erop dat u de geheugenkaart met de juiste kant naar boven in het apparaat plaatst.
• De pin voor uitwerpen moet loodrecht op het gaatje staan. Anders kunt u het apparaat
beschadigen.
• Als u de lade uit het apparaat haalt, wordt de mobiele gegevensverbinding uitgeschakeld.
• Als de kaart niet stevig in de lade zit, kan de geheugenkaart uit de lade vallen.
• Als u de lade in uw apparaat plaatst terwijl de lade nat is, kan uw apparaat beschadigd raken. Zorg
altijd dat de lade droog is.
• Plaats de lade zo ver mogelijk in de ladesleuf om te voorkomen dat er vocht in uw apparaat
terechtkomt.
• Uw apparaat ondersteunt het FAT- en het exFAT-bestandssysteem voor geheugenkaarten. Als u een
geheugenkaart plaatst die met een ander bestandssysteem is geformatteerd, vraagt het apparaat
u de geheugenkaart opnieuw te formatteren of wordt de geheugenkaart niet herkend. Als u de
geheugenkaart wilt gebruiken, moet u deze formatteren. Als uw apparaat de geheugenkaart niet
kan formatteren of niet herkent, neemt u contact op met de fabrikant van de geheugenkaart of een
Samsung-servicecenter.
• Veel schrijven en verwijderen van gegevens verkort de levensduur van de geheugenkaart.
• Wanneer u een geheugenkaart in het apparaat plaatst, wordt de bestandsmap van de
geheugenkaart weergegeven in de map Mijn bestanden → SD-kaart.
23