9
Problemen oplossen
Het scherm kan niet worden ingeschakeld.
Het bericht
Check Signal Cable
weergegeven.
Not Optimum Mode
De beelden op het scherm worden vervormd
weergegeven.
Het scherm is niet helder. Het scherm is vaag.
Het scherm is onstabiel en vertoont trillingen.
Er blijven schaduwen of echobeelden achter op
het scherm.
Het scherm is te helder. Het scherm is te donker.
De schermkleur is inconsistent.
De kleuren op het scherm hebben een schaduw
en worden vervormd.
Probleem met het scherm
wordt
wordt weergegeven.
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten
op het product. Controleer of de aan/uit-knop
correct staat.
(Zie "2.3 Een pc aansluiten en gebruiken")
Controleer of de kabel goed is aangesloten op het
product.
(Zie "2.3 Een pc aansluiten en gebruiken")
Controleer of het apparaat dat op het product is
aangesloten, is ingeschakeld.
Dit bericht wordt weergegeven als het signaal dat
de grafische kaart uitstuurt, de maximale resolutie
of frequentie van het product overschrijdt.
Wijzig de maximale resolutie en frequentie.
Gebruik waarden die voldoen aan de
productspecificaties. Zie de tabel met
standaardsignaalmodi (pagina 86).
Controleer of de kabel goed is aangesloten op het
product
(zie "2.3 Een pc aansluiten en gebruiken").
Regel
Coarse
(pagina 52) en
Verwijder alle accessoires (videoverlengkabels,
enzovoort) en probeer het opnieuw.
Stel de resolutie en de frequentie in op het
aanbevolen niveau. ("10.1 Algemeen")
Controleer of de resolutie en de frequentie van de
computer zijn ingesteld binnen een bereik voor de
resolutie en frequentie dat compatibel is met het
product. Wijzig vervolgens, indien nodig, de
instellingen volgens de tabel
Standaardsignaalmodi (pagina 86) in deze
handleiding en het menu
INFORMATION
product.
(pagina 41) en
Regel
Brightness
Contrast
(pagina 42) bij.
Wijzig de instellingen bij COLOR.
(Zie " Tint configureren")
Wijzig de instellingen bij COLOR.
(Zie " Tint configureren")
9 Problemen oplossen
Fine
(pagina 53) bij.
op het
79