5.7 Alarmmeldingen
Alarmen worden gebruikt om u te waarschuwen voor een gevaar of situatie waarvoor uw aandacht
vereist is. Alarmen worden gegenereerd op basis van hun gespecificeerde drempelwaarden.
De volgende alarmen kunnen worden geconfigureerd op uw display:
• Ondiepte
• Aankomst waypoint
• Lage spanning
• Uit koers
• Ankerdrift
• Watertemperatuur
• Visdetectie
• Motoralarmmeldingen
• Satellietfix verloren
Alarmen hebben een kleurcodering waarmee de ernst wordt aangegeven:
Voorbeeld gevaarlijk alarm
Rood — wordt gebruikt om een gevaarlijke alarmsituatie aan geven, er moet direct actie worden
ondernomen omdat er een mogelijk of direct gevaar is voor mensen of het schip. Gevaarlijke alarmen
worden begeleid door een geluidssignaal. De melding Gevaarlijk alarm en het geluidssignaal blijven
zichtbaar en hoorbaar totdat ze worden bevestigd of totdat de omstandigheden die het alarm
hebben geactiveerd niet langer aanwezig zijn.
Voorbeeld waarschuwing
Oranje — wordt gebruikt om een waarschuwingsalarm aan te geven. Waarschuwingen worden
gebruikt om aan te geven dat er sprake is van een verandering in een situatie waar u aandacht aan
dient te besteden. Waarschuwingen worden begeleid door een geluidssignaal. De waarschuwing
en het geluidssignaal blijven zichtbaar en hoorbaar totdat ze worden bevestigd of totdat de
omstandigheden die de waarschuwing hebben geactiveerd niet langer aanwezig zijn.
Voorbeeld melding
Blauw — wordt gebruikt om informatie te geven die door de gebruiker dient te worden bevestigd.
Informatiemeldingen kunnen na 3 seconden vanzelf worden gesloten, tenzij er actie door de
gebruiker is vereist. Informatiemeldingen worden niet begeleid door een geluidssignaal.
Alarmen bevestigen
Volg de onderstaande stappen om een actief alarm te bevestigen.
Doe het volgende wanneer een alarmmelding wordt weergegeven op het scherm:
Home-venster
51