Functies van configuratiemenu
Menu Picture (Beeld)
Color Mode (Kleurmodus)
U kunt uit zeven instellingen kiezen om de kleurmodus aan te passen aan de beelden die worden
geprojecteerd of aan de projectieomgeving. spagina 18
Input Adjustment (Aanp. ingang)
Pas deze instellingen aan als het uitgangsniveau van de aangesloten apparatuur zwak is en de beelden
donker zijn. Er kan maar één instelling tegelijk worden aangepast. U moet altijd een van beide
instellingen selecteren.
White Level/Black Level (Witniveau/Zwartniveau)
Hiermee past u de donkere en lichte gebieden van beelden aan.
• White Level: Hiermee past u de helderheid van heldere tinten aan zonder het zwartniveau te
• Black Level: Hiermee past u de helderheid van donkere tinten aan zonder het witniveau te wijzigen.
Brightness/Contrast (Helderheid/Contrast)
Hiermee past u de algemene helderheid van de beelden aan.
• Brightness: U kunt de helderheid van de beelden aanpassen.
• Contrast:
Color Saturation (Kleurverzadiging)
Hiermee past u de kleurintensiteit van de beelden aan.
*2
Tint
(Aanpassing is alleen mogelijk als composietvideo-
binnenkomen.)
Hiermee past u de tint van het beeld aan.
Sharpness (Scherpte)
Hiermee past u de scherpte van het beeld aan.
Standard (Standaard)
Het resultaat van de aanpassing wordt toegepast op het hele beeld.
Advanced (Geavanceerd)
Hiermee kunt u een specifiek gebied aanpassen. spagina 23
Color Adjustment (Kleuraanpassing)
U kunt deze optie niet selecteren wanneer de kleurmodus is ingesteld op sRGB .
Abs. Color Temp. (Abs. kleurtemp.)
Hiermee past u de algemene tint van de beelden aan. spagina 20
28
*1
wijzigen.
Wanneer u de regelaar naar de - verplaatst, worden heldere gebieden lichter.
Wanneer u de regelaar naar de + verplaatst, worden donkere gebieden lichter.
Als u projecteert in een donkere ruimte of op een klein scherm, en de beelden te licht zijn,
verlaagt u de instelling.
Hiermee past u het verschil tussen heldere en donkere gebieden aan.
Wanneer u het contrast verhoogt, hebben de beelden een hogere modulatiegraad.
*2
*2
*1 De instellingen worden voor elke beeldbron en elk signaaltype apart opgeslagen.
*2 De instellingen worden voor elke beeldbron en elke kleurmodusinstelling apart opgeslagen.
Weergegeven voor andere invoerbronnen dan computer
Alleen weergegeven bij computerinvoer
(verschijnt niet bij ingangssignalen van [HDMI]-poort)
*2
*2
of S-Video -signalen met NTSC -indeling