Projectiescherm aanpassen
Scherpstelling
Draai aan de scherpstelring om de
scherpstelling aan te passen.
Aanpassen van positie van geprojecteerd
beeld (lensverschuiving)
Gebruik beide draaiknoppen voor lensverschuiving
om de positie van het beeld aan te passen.
Als het niet mogelijk is de projector recht voor het
scherm te plaatsen, gebruikt u de draaiknop voor
lensverschuiving om het beeld midden op het
scherm te projecteren.
Als u de draaiknop voor lensverschuiving draait en
er klinkt een klik, is de lens zo goed als gecentreerd.
U kunt het beeld 100% in de verticale richting en
50% in de horizontale richting verschuiven. Het is
echter niet mogelijk het beeld gelijktijdig tot beide
eindstanden te verschuiven.
Bijv. Als het beeld horizontaal maximaal is
verschoven, kan het niet verticaal worden
verschoven. En als het beeld verticaal
maximaal is verschoven, kan het horizontaal
met niet meer dan 11% van de breedte worden
verschoven.
Let op Let er bij het transport van de
c
16
projector op dat de lens
volledig omlaag is verschoven.
Als u dit nalaat, kan de functie
voor lensverschuiving
beschadigd raken.
Fijnafstelling van de beeldgrootte
(zoomaanpassing)
Draai aan de zoomring om de grootte van
het geprojecteerde beeld aan te passen.
Breed
Omlaag
Omhoog
Naar links
H x 50%
H x 11%
H
1/2 V
1/2 V
1/2 H
1/2 H
Normale
(middelste stand voor
projectiestand
lensverschuiving)
Mogelijke verschuiving van het beeld ten
opzichte van de normale projectiestand
Tele
Naar rechts
H x 50%
H x 11%
V x 100%
V
V x 100%