Voor de bediening van dit paneel staan twee niveaus
ter beschikking:
- voor de niet geautoriseerde gebruiker;
- voor de geautoriseerde gebruiker.
1. Bedieningselementen voor de niet
geautoriseerde gebruiker
(bedieningsniveau één)
Op bedieningsniveau één geven de leds op het
paneel direct een overzicht van de actuele status van
de installatie. Elke brand- en storingssituatie wordt
duidelijk weergegeven. Uitgeschakelde groepen
worden met brandende leds weergegeven en de
status van alle uitgangen wordt gerapporteerd. Zie
voor een gedetailleerde beschrijving van de
betekenis van elke led de tabel op de volgende
pagina.
De enige functies die door de gebruiker kan worden
uitgevoerd, als de brandmeldcentrale zich op
bedieningsniveau één bevindt, zijn:
- uitzetten van de interne zoemer van de
brandmeldcentrale door op de knop INTERNE
ZOEMER UIT te drukken;
- opheffen van vertragingen die in de installatie zijn
geprogrammeerd door op de knop ALARMGEVER
AAN/UIT te drukken (alleen van toepassing als de
brandmeldcentrale een alarmtoestand aangeeft); of
- het systeem op bedieningsniveau twee zetten
(voor de geautoriseerde gebruiker) - zie punt 2.
2. Bedieningselementen voor de
geautoriseerde gebruiker
(bedieningsniveau twee)
Om te voorkomen dat belangrijke delen van de
brandmeldinstallatie ongeautoriseerd worden
gewijzigd, zijn bepaalde bedieningselementen zoals
het uitzetten van de alarmgever, het resetten van een
alarmsituatie en het uitschakelen van bepaalde
groepen alleen toegankelijk via een beveiligde
toegangsmethode, die de installatie in
bedieningsniveau twee zet.
Bedieningsniveau twee kan gekozen worden via de
code-invoerknoppen op de brandmeldcentrale.
Voer met de code-invoerknoppen op de
brandmeldcentrale de code 2 1 4 3 in. Tijdens de
invoer van de code zal de led TOEGANG op de
brandmeldcentrale gaan knipperen. Als de cijfers in
de verkeerde volgorde worden ingevoerd, zal de led
TOEGANG na de invoer van het vierde cijfer uitgaan
en moet de code opnieuw worden ingevoerd. Als de
juiste code is ingevoerd, zal de led TOEGANG
blijven branden om aan te geven dat de
bedieningselementen kunnen worden gebruikt. Om
bedieningsniveau twee op elk gewenst moment te
verlaten, drukt u op de knop TOEGANGSMODUS
VERLATEN.
Een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van
de bedieningselementen voor de geautoriseerde
gebruiker vindt u op pagina 9 van deze
gebruikershandleiding.
Betekenis van de leds
De tabel op de volgende pagina geeft een overzicht
van de verschillende leds die zich op de
brandmeldcentrale bevinden en de betekenis van de
status. In de laatste kolom wordt aangegeven op
welke pagina's meer informatie te vinden is.
Ledtest
Om te controleren of de leds van de brandmeld-
centrale juist werken, drukt u op de knop LEDTEST
als de brandmeldcentrale zich in de toegangsstatus
bevindt. De interne zoemer van de brandmeld-
centrale gaat dan ook af, om aan te geven dat de
zoemer juist functioneert.
Ajax Brandbeveiliging B.V. – Gebruikershandleiding CFP – MH CFP (mei 2002)
7