6.8
Trapsysteem kantelen
Voor trappen en een hellende ondergrond dient u de
len door gebruik te maken van de hefarmen.
-max met de AAN-/UIT-schakelaar in.
C
1.
Schakel de
2.
Bedien nu de OP-/NEER-schakelaar in de richting NEER tot de
hefarmen de loopwielen ongeveer 1-2 cm van de grond getild
hebben.
3.
Steun met uw voet op het aandrijfhuis en kantel de
naar u toe tot het toestel uitgebalanceerd is. In die positie
kunt u nog vooruitrijden.
4.
Het toestel is uitgebalanceerd wanner u in de handgrepen
druk- noch trekkracht voelt.
5.
Om nu op een vlakke ondergrond te kunnen rijden, dienen de
hefarmen volledig ingetrokken te worden.
-max te sterk kantelt, stoppen de noodremmen de
C
Als u de
de voorwaartse richting.
6.9
Rijden op een hellende ondergrond
Voor het rijden op een hellende ondergrond moet u de handgrepen op
de juiste hoogte instellen (zie hoofdstuk 6.7). Kantel de
beetje (zie hoofdstuk 6.8).
F
Om veiligheidsredenen moet een andere persoon u helpen.
6.9.1 Bergaf rijden
Rijd vooruit richting de hellende ondergrond. Voor het remmen kan-
-max iets meer zodat de noodremmen geactiveerd worden.
C
telt u de
6.9.2 Bergop rijden
Rijd achteruit richting de hellende ondergrond. Voor het afremmen
-max iets meer kantelen zodat de noodremmen geacti-
C
kantelt u de
veerd worden.
-max te kante-
C
-max licht
C
-max in
C
-max een
C
18
-max
C