Inhoudsopgave
Advertenties
6.3
Hefarmen
De hefarmen moeten met de OP-/NEER-schakelaar ingetrokken wor-
den zoals hiernaast afgebeeld.
• voor het rijden op een vlakke en op een hellende ondergrond
• voor het controleren van de noodrem
• bij het begin van het trap op of trap af rijden
Om plaats te nemen, moeten de hefarmen met de OP-/NEER-scha-
kelaar in de richting OP uitgeschoven worden zodat ze op de grond
steunen (zie hoofdstuk 6.5.1).
6.4
Noodremmen
Op het onderstel bevinden zich aan beide kanten noodremmen (zie af-
beelding hiernaast).
F
Controleer voor elke ingebruikname de noodremmen.
De remwerking kan op twee verschillende manieren gecontroleerd
worden zoals beschreven in hoofdstuk 6.4.1 en 6.4.2.
6.4.1 Controle van de vereiste remwerking op een vlakke
ondergond
-max zo ver naar achteren tot de rugleuning een bijna ho-
C
Kantel de
rizontale stand inneemt (zie afbeelding hiernaast).
-max in die positie door middel van de handgrepen niet meer
C
Als de
voorwaarts maar allen nog achterwaarts verplaatst kan worden,
werkt de rem naar behoren(zie afbeelding hiernaast).
6.4.2 Controle van de vereiste remwerking aan de bovenste
traprand
F
Voer die test niet uit als er iemand in de stoel zit.
Kantel het toestel in zijn normale klimpositie (zie hoofdstuk 6.8) en
rijd vooruit naar de bovenste traprand (zoals bij het transport van
-max niet over de traprand geschoven kan wor-
C
personen). Indien de
den, werkt de reem goed, zodat er veilig van het apparaat gebruik
gemaakt kan worden.
F
Belangrijke aanwijzing: Indien de remwerking niet geacti-
veerd wordt, mag de
den en moet uw leverancier onmiddellijk op de hoogte worden
gesteld.
-max in geen enkel geval gebruikt wor-
C
15
-max
C
Advertenties
Inhoudsopgave
