1.
Als er een ontluchtingsschroef op de
brandstoftankdop zit, draai deze dan 2
of 3 slagen los.
2.
Als de motor is uitgerust met een brand-
stofleidingkoppelstuk, verbindt u de
brandstofleiding stevig met het koppel-
stuk. Sluit vervolgens het andere uitein-
de van de brandstofleiding stevig aan op
het koppelstuk van de brandstoftank.
3.
Als uw buitenboordmotor is uitgerust
met een stuurfrictieregelhendel dient u
de brandstofleiding stevig te bevestigen
aan de brandstofleidingklembeugel.
NOTA:
Plaats de tank horizontaal terwijl de motor
draait, anders kan de brandstof niet worden
aangezogen uit de brandstoftank.
4.
Knijp in de opvoerpomp, met de pijl naar
boven gericht, tot u de pomp stevig voelt
worden.
1. Pijl
DMU27491
Starten van de motor
DWM01600
Controleer alvorens te starten of de boot
stevig aangemeerd is en of u niet belem-
merd wordt bij het sturen. Vergewis u er
ZMU02024
ook van dat er zich geen zwemmers in het
water rondom de boot bevinden.
DMU27506
Modellen met repeteerstarter (stuurbe-
diening)
1.
Zet de schakelhendel in neutraal.
ZMU02023
WAARSCHUWING
Werking
30