In bedrijf stellen
▷ Het verwarmingstoestel mag pas in gebruik ge-
nomen worden, wanneer gewaarborgd is, dat
het verwarmingstoestel, de gasleidingen, net-
spanning en ruimtethermostaat correct door
geautoriseerd vakpersoneel geïnstalleerd zijn.
Spanning inschakelen.
Gastoevoer vrijgeven.
Benamingen onderdelen
4
5
O F F
A U T O
+ A U T
2
F F ( R E S
O N / O
Keuzetoets MODE/RESET
BCU inschakelen/uitschakelen
Bij een storing brandt het rode lampje
4
Gebruiksmodus LED: Uit
5
LED's voor te kiezen gebruiksmodi
▷ De BCU wordt met twee toetsen bediend:
met de ON/OFF-toets
mingstoestel in- en uitgeschakeld. Door de
keuzetoets MODE > 1 s ingedrukt te houden,
kan van gebruiksmodus worden veranderd.
Gebruiks-
Verklaring
OFF
1
OFF
1
OFF
1
modus
OFF
1
De BCU wacht op signalen voor ven-
2
AUTO
2
2
AUTO
AUTO
2
AUTO
tileren of verwarmen
3
Verwarmen (continubedrijf)
3
3
3
Ventileren (continubedrijf)
4
4
4
4
Ventileren (continubedrijf) en verwar-
5
5
+ AUT
O
5
+ AUT
O
men bij een gegeven thermostaat-
+ AUT
O
5
+ AUT
O
signaal
ON/OFF
MODE
ON/OFF
MODE
ON/OFF
MODE
ON/OFF
MODE
Inschakelen
(RESET)
(RESET)
(RESET)
(RESET)
Branderbesturing inschakelen. Op ON/OFF
drukken, tot er een LED brandt.
▷ De BCU schakelt in de laatst gekozen gebruiks-
modus in.
▷ Het verwarmingstoestel start na de ingestelde
inschakelvertragingstijd t
schakelvertraging tE instellen).
▷ De brander start na 5 s veiligheidstijd en werkt
in de gekozen gebruiksmodus.
▷ De gebruiksmodus kan met de keuzetoets
MODE worden veranderd. De gekozen gebruiks-
modus wordt pas actief, wanneer het toestel
zich minstens 3 s lang in deze stand bevindt.
Daardoor is het "scrollen" door de diverse ge-
bruiksmodi mogelijk.
3
1
O
E
M O D
E T )
OFF
1
2
AUTO
3
4
5
+ AUT
O
ON/OFF
MODE
(RESET)
wordt het verwar-
, zie pagina 5 (In-
E
Uitschakelen
+ AUT
4 Het verwarmingstoestel uitschakelen. Op
ON/OFF
ON/OFF
en de brander schakelt na 3 s uit. Maar de net-
spanning is nog aangesloten.
▷ De ventilator koelt het verwarmingstoestel totdat
de uitschakeltemperatuur bereikt is.
Storing
▷ Knipperende LED's signaleren een storingsoor-
zaak, zie pagina 9 (Hulp bij storingen).
▷ De eerste 4 s na het inschakelen van de spanning
of het drukken op ON/OFF
bruiksmodus geactiveerd. Binnen deze 4 s kan
een nieuwe gebruiksmodus gekozen worden.
Zodra de keuzetoets MODE ingedrukt wordt en
er een nieuwe gebruiksmodus gekozen is, wordt
de tijd van 4 s navenant verlengd.
▷ Is er sprake van een storing, dan wordt deze
weliswaar direct weergegeven, maar ook hier
gelden de 4 s waarbinnen een nieuwe gebruiks-
modus gekozen kan worden.
Verwarmingstoestel instellen
Brandergasdruk p
p
= inlaatdruk
u
p
= gasdruk op de brander
G
▷ De inlaatdruk p
meetnippels op de regelcombinatie gemeten
worden.
▷ Om in te stellen de inbussleutel 2,5 mm gebrui-
ken. Geen geweld gebruiken!
▷ Voor het instellen moet de gasdruk/uitlaatdruk p
OFF
1
2
AUTO
op de regelcombinatie gemeten worden.
3
4
Installatie spanningsvrij maken. De netstekker
5
+ AUT
O
ON/OFF
MODE
mag er pas uitgetrokken worden, wanneer het
(RESET)
apparaat uitgeschakeld en het nakoelen beëin-
digd is.
Gastoevoer afsluiten.
Meetnippel p
4 Manometer met weergavebereik van 10 tot
50 mbar op p
5 Spanning inschakelen.
6 Gastoevoer vrijgeven.
▷ De inlaatdruk p
technische gegevens, zie pagina 16 (Tech-
nische gegevens).
7 Branderbesturing inschakelen. Op ON/OFF
drukken, tot er een LED brandt.
8 De bedrijfsmodus "Verwarmen"
9 Alle verwarmingstoestellen minstens 20 s laten
branden.
NL-6
OFF
1
AUTO
2
3
4
5
O
MODE
(RESET)
drukken. De LED bij "
AUTO
OFF
1
+ AUT
2
AUTO
3
4
5
+ AUT
O
ON/OFF
ON/OFF
MODE
(RESET)
is er nog geen ge-
G
en de gasdruk p
u
G
p
p
G
u
opendraaien.
G
aansluiten.
G
moet overeenkomen met de
u
OFF
AUTO
+ AUTO
" brandt
OFF
1
2
3
4
5
O
MODE
(RESET)
kunnen via
G
OFF
1
2
AUTO
3
4
5
+ AUT
O
1
ON/OFF
MODE
(RESET)
2
3
kiezen.
4
5